Publicidad
DEUTSCH
Hysterese.
Die differenz zwischen Ein- und Abschaltwert.
Untere Sollwert-Begrenzungswert.
Die Sollwerteinstellung darf nicht unter LL eingestellt werden.
Obere Sollwert-Begrenzungswert.
Die Sollwerteinstellung darf nicht über HL eingestellt werden.
Zeitverzögerung für Verdichter
Die minimale Zeitdauer zwischen 2 aufeinanderfolgenden
"Einschaltungen" des Ausgangsrelais.
Schnellgefrierzeit.
Zeitdauer, während der der Kühlausgang zwangsweise gesetzt ist.
Alarm für Oberer Temperatur-Istwert.
Oberer Grenzwertalarm bezogen auf den Sollwert.
Alarm für Unterer Temperatur-Istwert.
Unterer Grenzwertalarm bezogen auf den Sollwert.
Alarm-Schaltdifferenz.
Dient dazu Alarm-"Oszillation" zu verhindren.
Alarm-Zeitverzögerung
Verzögerung zwischen der Aktivierung/Feststellung und der
Auslösung des Alarms.
Abtau-Intervallzeit.
Dies ist der Zeit zwischen 2 aufeinander folgenden Abtauzyklen.
Hinweis: Wirds manuell Abtauung eingeleitet, wird die Intervallzeit
zurück gesetzt und startet von "0".
Maximale Abtauzeit.
Maximale Zeitdauer jedes Abtauzyklus.
Erster Abtauzyklus nach der Versorgungsspannungs-
Einschaltung.
Die Verzögerung des Abtauzyklus nach dem Einschalten der
Anzeige während der Abtauung.
0 = Letzter Wert vor dem Abtauzyklus
1 = Sollwert
Verzögerung der Temperaturanzeige nach der Abtauung.
Während des Abtauzyklus wird üblicherweise der letzte Temperatur-
Meßwert vor Beginn der Abtauung angezeigt. Die Aktuelle
Temperatur wird wieder angezeigt wenn der vor Beginn vorliegende
Istwert wieder erreicht wird oder auf jedem Fall, nachdem die mit
diesem Parameter
Funktion des Digitaleingangs.
0 = Der Digitaleingang ist nicht beschaltet.
1 = Falls der Kontakt länger offen ist als gemäß Parameter id
vorgewählt, wird die Anlage abgeschaltet und eine
Alarmmeldung angezeigt.
2 = Eine Alarmmeldung wird angezeigt und Alarmausgang ist
gesetzt.
3 = Wenn der Kontakt länger offen ist als mit Parameter id
vorgewählt, wird der Alarmausgang gesetzt und eine
Alarmmeldung angezeigt.
Zeitverzögerung für den Digitaleingang.
Zeit zwischen dem Auftreten eines Ereignisses am Eingang und dem
Ausführen der Funktion, die mit Parameter iF ausgewählt wurde.
Termostatfunktion im Falle des Fühlerdefekts.
Das Regelgerät arbeitet entsprechend diesem Parameters bis dei
Ursache beseitigt ist. Im Automatik-Modus berechnet das Regelgerät
die durchschnittliche Verdichterlaufzeit während der zurückliegenden
10 Zyklen.
Fühlerabgleich.
Dieser Wert wird dem gemessenen Fühlerwert zugezählt (falls
positiv) oder abgezogen (falls negativ).
Temperaturmaßeinheit.
Definiert die Maßeinheit.
Zeitverzögerung der Anzeige-Aktualisierung .
Der Temperaturanzeigewert wird nach dieser Zeitverzögerung
aktualisiert.
Code SHTMR2(000)
NEDERLANDS
Differentie
Het verschil tussen waarde waarbij uitgeschakeld en weer ingeschakeld
wordt.
Lage setpointgrenswaarde
Het setpoint kan niet lager worden ingesteld dan LL
Hoge setpointgrenswaarde
Het setpoint kan niet hoger worden ingesteld dan HL
Antipendelfunctie
De minimale tijd tussen twee achtereenvolgende inschakelingen van de
thermostaatuitgang.
Invriestijd
De instelbare tijd, dat de compressor gedwongen wordt ingeschakeld.
Hoge grenswaarde-alarm
Hoog temperatuuralarm, afhankelijk van het setpoint.
Lage grenswaarde-alarm
Laag temperatuuralarm, afhankelijk van het setpoint.
Alarmdifferentie
Nuttig om alarmpendelen te voorkomen.
Alarm tijdvertraging
Vertragingstijd tussen alarmdetectie an de activering van vervolgacties
hierop.
Ontdooien-intervaltijd
Dit is de tijd tussen twee opeenvolgende ontdooicycli. Deze timer start
elke ontdooicyclus.
LET OP: wanneer handmatig een ontdooicyclus wordt gestart, dan
wordt deze timer op "0" gezet en begint opnieuw te tellen.
Maximale ontdooienduur
Maximale duur van elke ontdooicyclus.
Eerste ontdooicyclus na opstart
Deze parameter vertraagt de eerste ontdooicyclus na opstart.
Wergave tijdens ontdooien
0 = laatste gemeten waarde vóór ontdooien
1 = setpoint
Vertraging temperatuurweergave na ontdooien
Gedurende de ontdooicycli wordt de ruimtetemperatuur niet weergegeven
(zie parameter dP). De echte temperatuur wordt pas weergegeven als de
waarde ervan het setpoint bereikt of in elk geval na verloop van deze
parameter.
Digitale ingangsfunctie
0 = de ingang wodt niet gebruikt
1 = indien het contact langer geopend is dan de tijd onder parameter id
gedifinieerd is, de installatie uitgeschakeld en een alarmmelding
weergegeven.
2 = alarmfunctie; in dit geval wordt een alarmmelding gegeven en de
alarmuitgang ingeschakeld.
3 = Indien het contact langer open blijft parameter id, dan wordt een
alarmmelding weergegeven en sluit de alarmuitgang.
Vertraging digitale ingang
De tijd tussen contactdetectie van de ingang en de vrijgave van de
gekozen functie in parameter iF
Thermostaatfunctie bij defecte voeler
De thermostaat werkt volgens deze parameter totdat de storing is
verholpen. In de automatische modus zal het regelaar de gemiddelde tijd
berekenen dat de compressor tijdens de laatste 10 cycli ingeschakeld
was.
Nulpuntverschuiving thermostaatvoeler
Deze waarde wordt opgeteld (positieve parameter) c.q. afgetrokken
(negatieve parameter) van de gemeten waarde.
Temperatuureenheid
Definieert de meeteenheid
Vertraging weergaveverversing
De actuele weergave van de temperatuur wordt pas na deze vertraging
weergegeven.
ITALIANO
Isteresi
Differenza tra il punto di ON e quello di OFF)
Limite inferiore setpoint
Il valore del setpoint non può essere impostato al di sotto di LL
Limite superiore setpoint
Il valore del setpoint non può essere impostato al di sopra di HL
Protezione anti ciclicità
Tempo minimo tra due ON successivi del relé termostato
Tempo raffreddamento spinto
Tempo in cui l'uscita termostato viene forzata in ON
Allarme alta temperatura
Valore di allarme per alta temperatura riferito al setpoint
Allarme bassa temperatura
Valore di allarme per bassa temperatura riferito al setpoint
Differenziale allarme
Necessario per evitare oscillazioni allarmi
Ritardo allarme
Retardo tra il rilevamento della condizioni di allarme e l'attivazione
della relativa sequenza
Intervallo di sbrinamento
Tempo che intercorre tra due cicli di sbrinamento successivi.
Nota: Il timer viene azzerato ad ogni avviamento manuale di
sbrinamento e il conteggio riparte da 0.
Durata massima sbrinamento
Durata massima di ogni ciclo di sbrinamento.
Ritardo sbrinamento dopo l'accensione.
Imposta il tempo in cui lo sbrinamento rimane disabilitato dopo
un'accensione.
Visualizzazione durante lo sbrinamento
0 = Ultimo valore misurato prima del ciclo
1 = Setpoint
Ritardo visualizzazione temperatura dopo fine sbrinamento
Durante lo sbrinamento lo strumento mostra l'ultima temperatura
misurata prima dell'avvio del ciclo. La normale condizione di
visualizzazione viene ripristinata quando la temperatura raggiunge
tale valore o comunque dopo il tempo impostato da questo parametro
Funzione ingresso digitale
0 = Ingresso digitale non collegato
1 = Visualizzazione di messaggio allarme e controller OFF se il
contatto rimane aperto per un tempo maggiore di quello
impostato dal parametro id.
2 = Visualizzazione di messagio allarme e relativa uscita in ON.
3 = Se il contatto remane aperto per un tempo maggiore di quello
impostato dal parametro id, visualizzazione messaggio allarme
e relativa uscita in ON.
Ritardo ingresso digitale
Tempo tra il rilevamento apertura ingresso digitale e l'abilitazione
della funzione scelta con il parametro iF
Funzione termostato per guasto sensore
Il termostato lavora secondo l'impostazione di questo parametro fino
alla rimozione del guasto.. Nel modo automatico il controller calcola il
tempo medio degli ultimi 10 cicli di ON del compressore.
Offset sensore
Il valore di questo parametro viene summato (se positivo) o sottratto
(se negativo) alla misura del sensore.
Selezione °C o °F
Definisce le unità di misura
Ritardo aggiornamento display
La temperatura visualizzata viene aggiornata secondo il periodo
impostato con questo parametro.
Publicidad
