11 Problemen
oplossen
Let op
•
Verwijder de behuizing van het apparaat nooit.
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren.
Hierdoor wordt de garantie ongeldig.
Als u problemen ondervindt bij het gebruik
van dit apparaat, controleer dan het volgende
voordat u om service vraagt. Als het probleem
onopgelost blijft, gaat u naar de website van
Philips (www.philips.com/support). Als u
contact opneemt met Philips, zorg er dan voor
dat u uw apparaat, het modelnummer en het
serienummer bij de hand hebt.
Geen stroom
•
Controleer of het netsnoer van het
apparaat goed is aangesloten.
•
Zorg ervoor dat er stroom op het
stopcontact staat.
•
Om energie te besparen, schakelt het
systeem zichzelf automatisch uit als u 15
minuten nadat het afspelen is gestopt,
niet op een knop hebt gedrukt.
Geen disc gevonden
•
Plaats een disc.
•
Controleer of de disc misschien
ondersteboven is geplaatst.
•
Wacht tot de condens van de lens is
verdwenen.
•
Plaats de disc opnieuw of maak de disc
schoon.
•
Gebruik een gefi naliseerde CD of
geschikte discindeling.
Geen beeld
•
Controleer de videoaansluiting.
•
Zet de TV aan en selecteer het juiste
videokanaal.
•
Progressive Scan is ingeschakeld, maar
de TV biedt geen ondersteuning voor
Progressive Scan.
Zwart-witbeeld of vervormd beeld
•
De disc komt niet overeen met het
kleurensysteem van de TV (PAL/NTSC).
•
Soms is het beeld enigszins vervormd. Dit
is geen defect.
•
Reinig de disc.
•
Het beeld kan vervormd zijn tijdens het
instellen van Progressive Scan.
Het beeldformaat van het TV-scherm kan
niet worden gewijzigd, hoewel het TV-
weergaveformaat wel is ingesteld.
•
De beeldverhouding is vastgelegd op de
DVD.
•
De beeldverhouding kan op sommige
TV-systemen niet worden gewijzigd.
Geen geluid of matig geluid
•
Pas het volume aan.
•
Verwijder de hoofdtelefoon.
•
Controleer of de luidsprekers goed zijn
aangesloten.
•
Controleer of de luidsprekerdraden
zonder isolatie goed zijn vastgeklemd.
De afstandsbediening werkt niet
•
Voordat u op een van de functieknoppen
drukt, moet u eerst de juiste bron
selecteren met behulp van de
afstandsbediening in plaats van het
apparaat.
•
Houd de afstandsbediening dichter bij het
apparaat.
•
Plaats de batterij met de polariteiten (te
herkennen aan een plus- of minteken) in
de aangegeven positie.
•
Vervang de batterij.
•
Richt de afstandsbediening rechtstreeks
op de sensor aan de voorkant van het
apparaat.
NL
33