PS 3.29 / 3.31
12. Bovenste pakking (afb. 15) met O-ring (1) en uitstekende
rand (2) naar onderen in de bovenste behuizing (6)
plaatsen.
1
2
13. Tussenring (afb. 14, pos. 10) op de bovenste pakking (8)
plaatsen.
14. Wartel (afb. 14, pos. 7) in de bovenste behuizing (6) draaien
en met 34 – 41 Nm vastdraaien.
15. Onderste pakking (afb. 16) zo plaatsen, dat de zijde met de
kleinste afstand tussen O-ring (1) en uitstekende rand (2)
naar boven wijst.
2
1
16. Met behulp van het montagegereedschap de onderste
pakking in de juiste positie brengen.
17. Montagegereedschap (inbegrepen bij de bovenste
pakking als transportvoorziening) voor de zuiger (afb. 14,
pos. 4) van boven af op de zuiger schuiven.
18. Montagegereedschap en zuiger (4) met machinevet
insmeren.
19. Zuiger (4) door de onderste en bovenste pakking schuiven
tot het uiteinde van de zuiger boven de wartel (7) uitkomt.
20. Montagegereedschap van de zuiger (4) verwijderen.
21. Schuif de bovenkant van de zuiger (4) in de T-gleuf (2) op
de geleider (3).
22. Borgmoer (5) op de bovenste behuizing (6) draaien tot
deze aanligt.
23. Schroefdraad van de bovenste behuizing (6) met
machinevet insmeren.
Bovenste behuizing uit de bankschroef verwijderen.
24. Bovenste behuizing (6) zover in de behuizing van de
aandrijving draaien, dat de borgmoer (5) aan komt te
liggen en de aansluiting voor de verbindingsslang naar
achteren wijst.
25. Borgmoer (5) aandraaien door zachtjes met een hamer te
tikken.
26. Geleidering (11) in de onderste behuizing (afb. 13, pos.
10) plaatsen en de onderste behuizing in de bovenste
behuizing vastdraaien.
27. Verbindingsslang monteren en vastdraaien.
28. Inlaatventielbehuizing (afb. 12, pos. 2) indraaien, zie
Hoofdstuk 11.2.
29. Aanzuigbuis monteren en vastdraaien.
30. Retourslang met klem aan de aanzuigbuis bevestigen.
31. Frontkap monteren.
reparaTies aan heT apparaaT
55