G
G-F
NL
IORdANI
IRsT AUTOSTOELTJE
HET TUIGJE AFSTELLEN
1. Verzeker u ervan dat de hoog-
te van het tuigje geschikt is
voor de lengte van het kind,
voordat u het autostoeltje in
de auto installeert.
Het tuigje van het autostoeltje
kan op vier standen worden af-
gesteld en moet zo dicht mo-
gelijk bij de schouders van het
kind worden geplaatst (1).
• De twee laagste standen zijn
UITSLUITEND
bedoeld voor ge-
bruik in Groep 0, tegen de rij-
richting in, voor een kind met
een gewicht van 0 tot 10 kg. Als
de schouders van het kind zich
tussen de twee standen voor
installatie tegen de rijrichting
in bevinden, kies dan voor de
laagste stand.
• De twee hoogste standen zijn
UITSLUITEND
bedoeld voor
gebruik in Groep 1, met de rij-
richting mee, voor een kind met
een gewicht van 9 tot 18 kg. Als
de schouders van het kind zich
tussen de twee standen voor in-
stallatie met de rijrichting mee
in bevinden, kies dan voor de
hoogste stand.
2.
Om de hoogte van het tuigje
aan te passen, verwijdert u één
van de bovenbanden van het
tuigje door het metalen bevesti-
gingsplaatje aan de achterkant
van de rugleuning van de kuip
te draaien. Trek de band ver-
volgens door de openingen in
de kuip van de rugleuning en in
de hoes (2). Herhaal de hande-
(0 - 18 KG)
ling bij de tweede bovenband.
Plaats de bovenbanden van het
tuigje op een voor het kind ge-
schikte hoogte. Gebruik hierbij
dezelfde openingen in de hoes
en in de kuip op grond van de
gekozen installatiemethode:
• Bij installatie tegen de rijrichting
in
(Gr. 0, van 0 tot 10 kg)
u de banden van het tuigje door
één van de twee onderste stan-
den en trekt u ze omhoog tot de
derde stand, om ze in de kuip vast
) (2
). Controleer of
te zetten (2
A
B
de bevestigingsplaatjes van het
tuigje goed geplaatst zijn en of
de banden niet verdraaid zitten.
BELANGRIJK:
controleer, onge-
acht welke lage stand u kiest, of
de metalen bevestigingsplaat-
jes van het tuigje goed door de
openingen van de derde stand
van de kuip heen zijn gehaald.
• Bij installatie met de rijrichting
mee
(Gr. 1, van 9 tot 18 kg)
haalt u het tuigje door één van
de twee bovenste standen en
bevestigt u het er aan de ach-
terkant van de kuip direct ach-
ter (2
) (2
). Controleer of de
C
D
bevestigingsplaatjes van het
tuigje goed geplaatst zijn en of
de banden niet verdraaid zitten.
VOOR DE INSTALLATIE
VAN HET AUTOSTOELTJE
GESCHIKT GORDELTYPE
3.
Het autostoeltje mag
UITSLUI-
TEND
op een zitting met een
driepuntsgordel worden geïn-
stalleerd. Installeer het auto-
42
42
stoeltje
NOOIT
op een zitting met
een tweepuntsgordel.
kg) (i - 9-18 kg).
INSTALLATIE TEGEN
DE RIJRICHTING IN (0-10 kg)
GEBRUIK DIT AUTOSTOELTJE
NIET VOOR KINDEREN OP EEN
PASSAGIERSZITTING MET FRON-
TALE AIRBAG.
Bij gebruik tegen de rijrichting in
haalt
moet het autostoeltje altijd in de
meest neergelaten stand worden
gehouden.
4.
Trek de autogordel helemaal uit
en laat hem tussen de onderkant
en de kuip van het autostoel-
tje door lopen. Maak de gordel
vast. Haal het buikgedeelte van
de gordel door de twee haken
aan de voorkant van de onder-
kant (4). Haal het diagonale
gedeelte van de gordel door de
twee bovenste haken, die zich
aan de achterkant van de kuip
bevinden (4
). Trek de gordel he-
A
lemaal aan, door eerst aan het
buikgedeelte en vervolgens aan
het diagonale gedeelte te trek-
ken (4
). Doe de rode klem op
B
het diagonale gedeelte van de
gordel. De klem moet naast de
gesp van de gordel worden dicht-
gemaakt (4
). Verzeker u ervan
C
dat de gordel niet gerafeld of
versleten is en goed is gespan-
nen. Houd de zitting in de neer-
geklapte stand.
INSTALLATIE MET
DE RIJRICHTING MEE (9-18 KG)
5.
Zet het autostoeltje op de laag-
ste stand, trek de gordel hele-
maal uit en laat hem tussen
(i - 0-10
de onderkant en het frame van
het autostoeltje heen lopen.
Maak de gordel vast (5). Laat
het buikgedeelte van de gordel
door de geleidingen onder de
zitting van het autostoeltje lo-
pen (5
). Duw het autostoeltje
A
helemaal tegen de rugleuning
van de auto. Span de gordel
zoveel mogelijk door hem in
de aangeduide richting te trek-
ken (5
). Doe de rode klem op
B
het diagonale gedeelte van de
gordel. De klem moet naast
de gesp van de gordel worden
dichtgemaakt (5
ervan dat de gordel niet gera-
feld of versleten is en goed is
gespannen.
GESP VAN HET TUIGJE
6.
Om het tuigje vast te zetten, ver-
enigt u de twee uiteinden van
de gordels (6) (6
in de gesp tot u een klik hoort
(6
). Om het tuigje los te maken,
B
drukt u op de rode knop van de
gesp (6
).
C
HET TUIGJE AFSTELLEN
7.
Om de gordels strakker te ma-
ken: trek aan de verstelgordels
die zich op de gordels zelf bevin-
den. U hoeft niet op de knoppen
van de verstelmechanismen te
drukken (7).
LET OP: voor een
maximale bescherming van het
kind moet het tuigje goed zijn
afgesteld. Er mag niet meer dan
een vinger speling zitten tussen
de gordels en het kind.
gordels losser te maken: druk
43
43
). Verzeker u
C
) en doet u ze
A
Om de