76
NL
OPLOSSEN VAN STORINGEN
Verzeker u er vóór elke montage of onderhoudsingreep van dat de voeding afgekoppeld is Gebruik alleen originele
toebehoren en vervangingsonderdelen van Gi.Bi.Di.
STORINGEN
Rode leds DL1 en DL2 branden
De aandrijving opent niet of
sluit niet
Rode led DL3 uit
Rode led DL5 uit
Na de werktijd sluit de poort niet
Wanneer op de 2e toets van de
afstandsbediening wordt gedrukt,
wordt de voetgangerscyclus niet
uitgevoerd
De zender heeft weinig
reikwijdte
De kaart leert de zender
code niet
Bij het aanleggen van de bedrading en/of inbouw van de RADIOMODULE mag de apparatuur
niet worden gevoed.
Bij het gebruik van deze apparatuur moeten de aanwijzingen van de fabrikant strikt worden opgevolgd, op
straffe van verval van de garantie.
De installatie en/of het onderhoud mogen uitsluitend worden verricht door gekwalificeerde vakmensen, en
met inachtneming van de geldende wetsvoorschriften.
De fabrikant acht zich niet aansprakelijk voor eventuele schade die voortkomt uit oneigenlijk en/of onredelijk gebruik.
Gi.Bi.Di. behoudt zich het recht voor om op elk moment en zonder enige waarschuwing vooraf wijzigingen aan te
brengen met het doel het product te verbeteren.
MOGELIJKE OORZAKEN en OPLOSSINGEN
Besturing in programmeerfase. Zet DIP 1 op OFF
Controleer of de rode leds DL5 en DL3 branden en ga na of de fotocellen
correct functioneren.
Controleer of de fotocellen correct zijn verbonden
Controleer de zekering F2 (10A)
Controleer of de ingang STOP verbonden is met een knop met NC contact
of dat de brug aangebracht tussen de klemmen 5 en 6 (LET OP: de ingreep
van de STOP veroorzaakt een functionele stop, GEEN veiligheidsstop)
Controleer of de trimmers RV1 en RV2 niet helemaal tegen de klok
ingedraaid zijn
Controleer of de DIP5 op ON staat en of de voetgangerstoets van de
afstandsbediening tevoren aangeleerd is.
Controleer of de antenne correct geplaatst is (massa klem 20, kern klem
21 bij apparatuur met ingebouwde radio, art. nr. AS04260. Als er een
inplugbare ontvanger (art. nr. AU01710) wordt gebruikt, moet de antenne
worden aangesloten op de klemmen op de ontvanger. Controleer of er
geen storingsbronnen aanwezig zijn van de straalverbindingen, of andere
storingen die de reikwijdte beperken.
Ga na of het maximum aantal dat opgeslagen kan worden, bereikt is (200).
Ga na of er afstandsbedieningen van dezelfde familie als de eerste
afstandsbediening worden geleerd: DIP- SWITCH of ROLLING. Ga na of de
frequentie van de radio-afstandsbediening dezelfde is als die van de ontvanger
F12 RALLY