B
Gebruik van het toestel
Wasmiddelen
Gebruik altijd wasmiddelen met een hoge doeltreffendheid en met weinig schuimvorming
die aangepast zijn aan wasmachines die vooraan geladen moeten worden. De keuze van de
wasmiddelen hangt van de volgende factoren af:
1. Soort stof (katoen, synthetische/onderhoudsvriendelijke en delicate stoffen, wol).
OPMERKING:
Gebruik enkel specifieke wasmiddelen die geschikt zijn voor het wassen
van wol.
2. Kleur
3. Wastemperatuur
4. Vuilheidsgraad en soort vlek
OPMERKINGEN:
De witte vlekken die zich vormen op zwarte stoffen worden
veroorzaakt door de aanwezigheid van onoplosbare bestanddelen in poederwasmiddelen
zonder fosfaten. Wanneer dit zich voordoet, schudt of borstelt u de stof of gebruikt u
vloeibare wasmiddelen. Voeg enkel wasmiddelen toe die specifiek voor wasmachines
voor huishoudelijk gebruik bestemd zijn. Wanneer u ontkalkingsmiddelen, kleurmiddelen
of bleekmiddelen gebruikt voor de voorwas, controleer dan of ze geschikt zijn voor
wasmachines voor huishoudelijk gebruik. Ontkalkingsmiddelen kunnen producten bevatten
die uw wasmachine mogelijk kunnen beschadigen. Gebruik geen oplosmiddelen (bijv.
benzeen, terpentijn). Was geen stoffen die eerst behandeld geweest zijn met oplosmiddelen
of ontvlambare vloeistoffen.
Dosering
• Leef de doses na die aanbevolen worden op de verpakking van het wasmiddel. Deze doses
zijn afhankelijk van volgende factoren:
1. Vuilheidsgraad en soort vlek
2. Afmetingen van de te wassen kleding. Neem bij een volle lading, de voorschriften van de
fabrikant van het wasmiddel in acht; halve lading: 3/4 van het volume gebruikt voor een volledige
lading; minimumlading (ongeveer 1 kg): 1/2 van het volume gebruikt voor een volledige lading;
3. Waterhardheid in uw streek (informeer u bij uw watermaatschappij).
66
NL
B
Gebruik van het toestel
4. Zacht water vereist minder wasmiddel dan hard water.
OPMERKINGEN:
Een te grote hoeveelheid wasmiddel zou kunnen leiden tot een
overmatige schuimvormig, die de wasdoeltreffendheid zou doen afnemen. Wanneer de
wasmachine overmatige schuimvorming vaststelt, belemmert dit het centrifugeerproces.
Wanneer te weinig wasmiddel wordt gebruikt, zorgt dit ervoor dat het wasgoed na verloop
van tijd grijs wordt en dat het verwarmingssysteem, de trommel en de leidingen verkalken.
Waar voegt u het wasmiddel toe
• De wasmiddellade beschikt over drie vakken (fig. A).
Voorwasvak
• Wasmiddel voor het voorwassen/weken
Standaard wasbakje
• Wasmiddel voor het wassen
• Ontvlekker
• Wasverzachter (waterhardheid, categorie 4)
Textielverzachterbakje
• Textielverzachter
• Vloeibaar stijfsel Giet de additieven erin zonder het merkteken "MAX" te overschrijden.
67
Fig. A
NL