B
OPMERKINGEN:
• Gebruik geen oude of gebruikte watertoevoerslang voor het nieuwe product. Gebruik de
nieuwe watertoevoerslang die bij het toestel wordt geleverd. Gebruik geen verlengstukken
voor de slangen.
• Sluit de watertoevoerslang direct aan op de waterkraan. De druk op de kraan moet
minimum 0,3 bar en maximum 10 bar zijn. Bij een waterdruk van meer dan 10 bar moet er
een overdrukklep worden geïnstalleerd.
• De watertoevoer en afvoerslangen moeten stevig worden bevestigd en onbeschadigd
blijven.
• Open de kranen volledig na het maken van de aansluitingen om te controleren op
waterlekken.
Aansluiting op de afvoer
De waterafvoerslang kan rechtstreeks worden aangesloten op het afvoergat of de afvoer van
de gootsteen. Raadpleeg de installatiehandleiding die met uw toestel werd meegeleverd
voor extra informatie.
Gebruik van het toestel
67
NL