kabelkleur bruin/wit, lospinnen. Aftakking A22
met brugleiding (4) samenkrimpen en in pin 3
resp. 4 steken. Kabel (3), kabelkleur bruin/wit,
met behulp van 1-polige stekker met de
brugleiding (4) verbinden.
Alleen auto's van de modelserie E 36/5 met
basismodule
F 36 0002 2W
A22 Aftakking bagageruimtecontactschakelaar (4),
kabelkleur bruin/wit, naar de basismodule (1)
monteren. Kabel tot op de benodigde lengte
inkorten. Kabel van dubbele aanslag voorzien.
Bruin/witte kabel (3) van de stekker (2) X13254,
pin 4, doorsnijden. Pincontact resp.
contrastekker opkrimpen en huis monteren.
Aftakking A22 (4) aansluiten.
Alleen auto's van de modelserie E 36/3
F 35 82 523 R
A22 Aftakking (1), kabelkleur bruin/wit, langs de
autokabelbundel naar de achterste linker
rugleuning monteren. Bruin/witte leiding van
de autokabelbundel doorsnijden en isoleren.
Leidingen (1) en (2) met steekcontact uit de
montageset samenkrimpen. Steekcontact op
leiding (3) krimpen. Steekhuis (4) en (5)
eropsteken en met elkaar verbinden.
Alleen auto's van de modelserie E 36/C
F 36 82 153
A22 Aftakking (1), kabelkleur bruin/wit, langs de
aftakking bagageruimtecontactschakelaar (1)
kabelkleur bruin/wit naar het
bagageruimtelicht (2) achter rechts monteren
en op kabel (3) kabelkleur bruin/wit aansluiten.
12. Kabelbundel noodstroomsirene
aansluiten
F 36 0047 R
Kabelbundel van de noodstroomsirene (1) tot op
de benodigde lengte inkorten. Aftakking SN (2)
kabelkleur rood/zwart isoleren en wegbinden.
Aftakking S24 (5), kabelkleur zwart, van pincontact
en huis voorzien. Aftakking A24 van de DWA
kabelbundel (6), kabelkleur bruin/violet tot op de
benodigde lengte inkorten en van contrastekker en
huis voorzien. Aftakking A24 (6) en aftakking S24 (5)
met elkaar verbinden. Op de resterende
kabeleinden van de sirenekabelbundel (1) elk een
plat steekcontact opkrimpen.
Platte steekcontacten als volgt in stekker SC (3)
steken:
aansluiting 1
=
aansluiting 2
=
aansluiting 3
=
aansluiting 4
=
aansluiting 5
=
aansluiting 6
=
kabelkleur bruin
kabelkleur niet bezet
kabelkleur wit/zwart
kabelkleur violet/grijs
kabelkleur bruin/rood
kabelkleur rood
Stekker SC (3) met de stekker C (4) van de DWA
kabelbundel verbinden.
13. Hellingshoeksensor inbouwen en
kabelbundel aansluiten (optie)
!
In verband met technische wijzigingen mag
de hellingshoeksensor niet zoals in de
montagehandleiding 01 29 9 789 088 beschreven
worden aangesloten.
Er moet op worden gelet dat de aftakking b
kabelkleur zwart/rood/geel op de 24-polige
stekker A van de DWA-kabelbundel pin 5 wordt
aangesloten.
F 36 82 449 R
Aftakkingen b, c, d, e, volgens
aansluitingsoverzicht op de stekkers B (1) en A (2)
van de DWA kabelbundel aansluiten.
F 36 82 450 R
Kabelbundel hellingshoeksensor (1) langs de
hoofdkabelbundel op de rechter zijskirt naar
achteren naar de bagageruimte monteren.
Bij auto's van de modelserie E 36/C moet de
kabelbundel tot de veiligheidsgordel - oprolautomatic
van de voorpassagiersstoel gemonteerd worden.
Alleen auto's van de modelseries E 36/2/4
F 36 82 051 R
In de bagageruimte voor rechts
Kunststof splijtmoeren (1) in de boorgaten (2)
aanbrengen. Houder (3) aanbrengen en met
plaatschroeven (4) bevestigen.
Bij auto's met bagageruimte-zijwandbekleding
zonder uitsparing moet de bekleding op de
betreffende plaatsen worden uitgesneden.
F 36 82 052 R
Hellingshoeksensor (1) met plaatschroeven (2) op
de houder (3) vastschroeven.
Alleen auto's van de modelserie E 36/C
F 36 82 053 R
Rechts achterin de auto
Hellingshoeksensor (1) zoals afgebeeld met
houder (2) op de grove schroefdraadbouten (3)
zetten en met kunststof moeren (4) vastschroeven.
Afhankelijk van de uitrusting kan het voorkomen
dat de hier boven beschreven grove
schroefdraadbouten (3) ter bevestiging van de
hellingshoeksensor niet aanwezig zijn. In geen geval
op deze plaatsen boren om de hellingshoeksensor
met plaatschroeven te bevestigen. Hierdoor kan de
zijruit beschadigd worden.
51