Krik vrachtw./bus luchthydraul. draagbaar
DUT
10-25 t
Waarschuwingen en Veiligheidsvoorschriften
■
De krik mag enkel bediend worden door opgeleid personeel dat deze handleiding
gelezen en begrepen heeft.
■
De krik niet overbelasten.
■
De krik mag enkel gebruikt worden op een vlakke, effen en stabiele ondergrond. Als de
krik elders wordt gebruikt, kan dit veroorzaken dat de krik onstabiel wordt en de last eraf
glijdt.
■
Til het voertuig alleen op op de hefpunten die voorgeschreven zijn door de fabrikant en
alleen centraal op het hefzadel.
■
Ondersteun het voertuig meteen met goedgekeurde assteunen voordat er onder het
voertuig gewerkt wordt.
■
De krik nooit met meer dan 2 standaardverlengstukken boven mekaar gebruiken.
■
De wielen van het voertuig moeten naar voren gedraaid zijn en op de rem staan of
geblokkeerd zijn.
■
Het is verboden zich in, op of onder een voertuig te bevinden dat opgetild wordt of dat
met een krik ondersteund wordt.
■
Aan de krik geen wijzigingen doorvoeren. Alleen originele toebehoren en
reserveonderdelen gebruiken.
■
Max. toegelaten luchtdruk: 12 bar/170 psi.
■
Het niet correct naleven van deze waarschuwingen kan ertoe leiden dat de lading
naar beneden valt of dat de krik kantelt. Dit kan beschadiging of falen van de krik
en vervolgens letsel of schade aan voorwerpen veroorzaken.
Montage
Let er op dat het tijdens de montage van de krik noodzakelijk is om een beetje olie toe te
passen. Deze olie zou tijdens het transport op de bodem van de doos kunnen druppelen.
Het is onvermijdelijk en dus geen aanwijzing voor een defect.
Heeft men de krik gekanteld of op zijn kop gezet, zal een beetje olie in de slangen
terechtkomen en uit de luchtopening van de pomp ontwijken. Dit is geen mankement
en schaadt ook niet de pomp.
Voor ingebruikname van de krik en ook daarna regelmatig alle bewegende onderdelen
oliën.
Gebruik
Optillen: Draai de regelklep boven op het handvat naar rechts, tot de pomp start. Max.
capaciteit 9 bar. Max. toegelaten luchtdruk: 12 bar/170 psi.
Zakken: Draai de regelklep naar links.
De bedieningshendel kan in 3 verschillende standen gezet worden door op de pedaal te
duwen en hem in de gewenste stand te zetten. Na gebruik altijd de krik laten zakken om de
hefcilinder te beschermen.