Storing
De machine kan niet worden in-
geschakeld.
De pomp maakt veel lawaai.
Alle toetsen knipperen.
De koffi e is te koud.
Er komt geen schuim.Het lukt
niet om een cappuccino te be-
reiden.
De koffi e loopt te snel over, er
wordt geen schuim gevormd.
De koffi e komt niet of slechts
druppelsgewijs eruit.
De koffi e komt langs de rand
naar buiten.
Voor storingen die niet in bovenstaande tabel te vinden zijn of als de geadviseerde oplossingen geen eff ect heb-
ben, dient u contact op te nemen met een servicecentrum.
Mogelijke oorzaken
Machine niet aangesloten op het elektriciteits-
net.
Geen water in het reservoir.
het watercircuit dient gevuld te worden.
Filterhouder niet geplaatst voor voorverwar-
ming (hst. 5).
Koude kopjes.
Melk is niet geschikt: poedermelk, magere
melk.
Cappuccinatore is vuil.
Er is geen stoom meer in de waterketel.
Te weinig koffi e in de fi lterhouder.
Te grove maling.
Koffi e oud of niet geschikt.
Koffi epad oud of niet geschikt.
Er mist een onderdeel in de fi lterhouder.
Geen water.
Te fi jne maling.
Koffi e aangedrukt in de fi lterhouder.
Te veel koffi e in fi lterhouder.
Knop (4) open.
Kalkaanslag in de machine.
Filter in fi lterhouder verstopt.
Koffi epad niet geschikt.
Filterhouder slecht in de centrale koffi e-unit
aangebracht.
Bovenrand van fi lterhouder vuil.
Pakking van de waterketel vuil of versleten.
Koffi epad onjuist aangebracht.
Te veel koffi e in fi lterhouder.
Oplossing
Sluit de machine op het elektriciteitsnet
aan.
Voeg water toe (par.4.4).
het circuit vullen volgens de aanwijzingen
in par. 4.5.
Verwarm de fi lterhouder voor.
Warm de kopjes voor met warm water.
Gebruik volle melk.
Reinig de cappuccinatore zoals beschreven
in Hst.9.
Laad het circuit opnieuw (par. 4.5) en her-
haal de handelingen beschreven in Hst. 8.
Voeg koffi e toe (hst. 5).
Gebruik een andere melange (hst. 6).
Gebruik een andere melange (hst. 6).
Vervang de gebruikte koffi epad.
Controleer of alle onderdelen aanwezig
zijn en juist gemonteerd.
Voeg water toe (par.4.4).
Gebruik een andere melange (hst. 6).
Maak de gemalen koffi e los.
Doe minder koffi e in de fi lterhouder.
Draai de knop (4) dicht.
Ontkalk de machine (hst.10).
Maak de fi lter schoon (hst.9).
gebruik een ander type koffi epad.
Breng de fi lterhouder correct aan (hst.5).
Maak de rand van de fi lterhouder schoon.
Maak de afdichting schoon.
Breng de koffi epad juist aan en zorg ervoor
dat deze niet uit de fi lterhouder steekt.
Doe minder koffi e in de fi lterhouder. Ge-
bruik de maatlepel.
• 73 •