4. Bediening
Automatische modus:
5
7
Handmatig gebruik:
5. Buitenbedrijfstelling
Opslaan:
Afvalverwijdering:
(volgens RL2002/96/EG)
Als de waterstand de inschakelhoogte heeft overschreven schakelt
de vlotterschakelaar
wordt afgepompt. Zodra de waterstand onder de uitschakelhoogte
komt, schakelt de vlotterschakelaar
v De vlotterschakelaar
modus vrij kunnen bewegen.
Instellen van de in- en uitschakelhoogte:
De minimale snoerlengte tussen vlotterschakelaar
schakelaarvergrendeling
1. Kabel van de vlotterschakelaar
terschakelaarvergrendeling
of te kort kiezen, zodat aan- en uitzetten van de vlotterschake-
6
laar gegarandeerd is.
2. Netstekker van de aansluitkabel
• Des te hoger de opening van de vlotterschakelaarvergrende-
7
ling
wordt gekozen, des te hoger wordt de in- en uitschakel-
hoogte.
• Des te korter de kabel tussen de vlotterschakelaar
de vlotterschakelaarvergrendeling
de inschakelhoogte en des te hoger de uitschakelhoogte.
De pomp blijft permanent in bedrijf wanneer de vlotterschakelaar
naar boven is gebonden en tegelijk de kabel naar onderen hangt.
v Vlotterschakelaar
onderen hangt.
De restwaterhoogte (ca. 25 mm) wordt alleen tijdens handmatig
gebruik bereikt, omdat de vlotterschakelaar in de automatische
modus de pomp reeds voortijdig uitschakelt.
Kinderen mogen geen toegang hebben tot de opbergplaats.
v Bij vorstgevaar de pomp op een vorstvrije plaats opbergen.
Het apparaat mag niet met het normale huisvuil meegegeven wor-
den, maar moet volgens de geldende regels afgevoerd worden.
6
de pomp automatisch aan en het water
6
de pomp automatisch uit.
6
moet zich in de automatische
7
mag niet minder dan 10 cm bedragen.
6
in een opening van de vlot-
7
drukken. Kabellengte niet te lang
5
in het stopcontact steken.
7
is, des te lager wordt
6
zo naar boven binden, dat de kabel naar
6
en vlotter-
6
en
27