Snijdraad verlengen
1. De motor volgas laten draaien en de draadspoel even
kort in aanraking brengen met de ondergrond.
De draadspoel wordt dan automatisch verlengd.
Het mes (draadsnijder) in de afschermkap kort de
snijdraad in volgens de toelaatbare lengte.
Werken met hoogsnoeizaag
Wanneer het zaagblad van de hoogsnoeizaag ondeskun-
dig wordt gebruikt, kan het zaagblad terugslaan. Om dit te
voorkomen:
De hoogsnoeizaag altijd met beide handen vasthou-
den.
Pas gaan zagen nadat de zaagketting loopt.
Zaag voor een optimale beheersing van het apparaat
met de onderkant van het zaagblad. Breng daarbij het
zaagblad van de hoogsnoeizaag altijd in een zo vlak
mogelijk zaagpositie aan.
Zaag nooit met het uiteinde van het zaagblad.
Bij zagen met de bovenkant van het zaagblad zal dit
gemakkelijk terugslaan wanneer de zaagketting klemt
of in het hout op een vast voorwerp stuit.
Werk altijd met een correct geslepen en gespannen
zaagketting.
Controle van kettingspanning
De kettingspanning vaak controleren, omdat een
nieuwe zaagketting vanzelf langer wordt.
In koude toestand moet de zaagketting aanliggen te-
gen de onderkant van het zaagblad, maar kan dan nog
wel met de hand worden doorgetrokken.
Bij de bedrijfstemperatuur wordt de zaagketting langer
en hangt deze iets door.
LET OP!
De geleiderelementen van de zaagketting mogen
aan de onderkant van het zaagblad niet uit de
groef komen, de zaagketting zou dan los kunnen
schieten. Zaagketting dan naspannen.
Zaagblad: om eenzijdige slijtage van het zaagblad
te voorkomen, moet dit bij elke kettingvervanging
worden omgekeerd.
1. Ter controle de zaagketting met de hand iets doorha-
len, zodat deze in het zaagblad en op het kettingwiel
correct komt aan te liggen.
De zaagketting is correct gespannen wanneer
deze op het midden van het zaagblad nog ca. 3
tot 4 mm kan worden opgetild en met de hand
gemakkelijk kan worden doorgetrokken.
2. Als de zaagketting moet worden nagespannen, zie
dan de paragraaf „Zaagketting spannen".
58
Werken met heggenschaar
De heggenschaar in de gewenste kantelstand plaat-
sen.
De maximale knipdiameter is afhankelijk van het type
hout, de ouderdom ervan, het vochtigheidsgehalte en
de hardheid van het hout. Voordat u de heg knipt kun-
nen te dikke takken daarom beter met een takken-
schaar eerst tot de gewenste lengte worden ingekort.
De heggenschaar heeft dubbelzijdige messen en kan
daarom in heen en weer gaande bewegingen van de
ene naar de andere kant worden gehaald.
Knip eerst de zijkanten van de heg en pas daarna de
bovenkant.
Werk bij het knippen van de heg van onderen naar
boven.
Houd bij het knippen van de heg een trapeziumvorm
aan. U voorkomt zo dat het onderste gedeelte van de
heg door lichtgebrek kaal zou worden.
Span een richtdraad langs de heg als u de bovenkant
van de heg gelijkmatig wilt inkorten.
LET OP!
Uitsluitend originele snijmessen en toebehoren
gebruiken!
Niet-originele onderdelen kunnen letsel veroor-
zaken of leiden tot functionele storingen aan het
apparaat!
Onderhoud en verzorging
VOORZICHTIG!
Ongevalsrisico bij draaiende snijwerktuigen!
Gaskabel uitsluitend afstellen nadat motor
is afgezet.
Werking uitsluitend controleren terwijl bos-
maaier op de grond ligt.
Afschermkap reinigen
1. Apparaat uitzetten.
2. Achtergebleven maaisel voorzichtig verwijderen met
een schroevendraaier of een soortgelijk voorwerp.
Afschermkap regelmatig reinigen, om oververhit-
ting van de steel te voorkomen.
Originele gebruikershandleiding