Black+Decker CS1835 Traducción De Las Instrucciones Originales página 50

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 55
NEDERLANDS
Oliereservoir vullen (fig. K)
Verwijder de oliedop (12) en vul het reservoir met de
u
aanbevolen kettingolie. U kunt het oliepeil controleren met
de oliepeilindicator (13). Plaats de oliedop (12) terug.
Schakel de zaag regelmatig uit en controleer vervolgens
u
de oliepeilindicator (13). Neem de stekker van de ketting-
zaag uit het stopcontact en vul het reservoir met de juiste
olie bij zodra de indicator op minder dan een kwart staat.
De kettingzaag is uitgerust met een automatisch smeersys-
teen waarmee de kettingzaag en het kettingzwaard continu
gesmeerd blijven. Het is raadzaam om tijdens de levensduur
van uw kettingzaag alleen olie van BLACK+DECKER te ge-
bruiken. De reden hiervoor is dat mengsels van verschillende
oliën de kwaliteit van de olie kunnen verslechteren. Dit heeft
tot gevolg dat de zaagketting veel korter meegaat en er extra
veiligheidsrisico's ontstaan. Gebruik nooit afvalolie, dikke olie
of zeer dunne naaimachineolie. Deze kunnen uw kettingzaag
beschadigen. Gebruik alleen olie met de juiste oliekwaliteit-
sklasse (cat. nr. A6023-QZ).
De kettingzaag voorziet de ketting automatisch van olie
u
tijdens het gebruik.
Inschakelen
Opmerking: U kunt de zaag pas inschakelen als de bescher-
mkap/kettingrem weer in de instelpositie staat.
Grijp uw kettingzaag met beide handen stevig vast. Druk
u
de ontgrendelingsknop (2) in en druk vervolgens op de
aan/uit-schakelaar (1) om te starten.
Neem uw duim van de vergrendelingsknop (2) en grijp de
u
handgreep stevig vast zodra de motor is gestart. Oefen
geen druk uit op het gereedschap en laat het werk over
aan de zaagketting.
Het gereedschap werkt het effectiefst en het veiligst op de
snelheid waarvoor het is ontworpen. Bij te veel kracht kan de
zaagketting (5) uitrekken.
Kettingrem afstellen (fig. A)
Zorg dat het gereedschap niet op de netspanning is
u
aangesloten.
Trek de beschermkap/kettingrem (3) naar achter in de
u
instelstand (fig. A).
Het gereedschap is nu klaar voor gebruik.
u
Werking van de kettingrem tegen terugslag
Bij een terugslag komt uw linkerhand in aanraking met de
beschermkap en drukt deze naar voren in de richting van het
werkstuk. Het gereedschap stopt binnen een seconde.
Vertragingskettingrem testen (fig. A)
Controleer voor gebruik altijd of de terugslagrem goed
u
werkt.
Pak het gereedschap met beide handen stevig vast terwijl
u
u op een stabiele ondergrond staat. Zorg dat de zaagket-
ting (5) vrij van de grond is en schakel de zaag in (zie:
"Kettingzaag inschakelen").
50
(Vertaling van de originele instructies)
Draai uw linkerhand naar voren rond de voorste
u
handgreep, zodat de achterzijde van uw hand met de
beschermkap/kettingrem (3) in aanraking komt en deze
naar voren, in de richting van het werkstuk duwt (fig. A).
De zaagketting (5) moet binnen enkele fracties van een
seconde stoppen.
Als u de beschermkap/kettingrem (3) na activering wilt
deactiveren, volgt u de instructies in het gedeelte "Kettingrem
afstellen".
Opmerking: Start de zaag pas opnieuw als de motor volledig
tot rust is gekomen.
Opmerking: Als de rem niet goed werkt, brengt u het
gereedschap naar een erkend servicecentrum van
BLACK+DECKER.
Als de zaagketting (5) of het zwaard (4) vast komt te zitten
Schakel het gereedschap uit.
u
Koppel het gereedschap los van de netspanning.
u
Open de snede met wiggen om de spanning van het
u
zwaard (4) weg te nemen. Probeer de kettingzaag niet los
te wrikken.
Ga verder met een nieuwe zaagsnede.
u
Vellen (fig. L - R)
Onervaren gebruikers kunnen beter niet proberen om bomen
te vellen. De gebruiker kan letsel oplopen of schade veroor-
zaken als de boom in de verkeerde richting valt of versplintert,
of als er beschadigde/dode takken tijdens het zagen omlaag
vallen. De veilige afstand tussen een te vellen boom en
omstanders, gebouwen en andere objecten is ten minste 2 ½
keer de hoogte van de boom. Elke omstander en elk gebouw
of voorwerp binnen deze afstand loopt het gevaar om geraakt
te worden door de vallende boom.
Voordat u een boom velt:
Controleer of er geen wetten of voorschriften zijn die het
u
vellen van de boom verbieden.
Houd rekening met alle factoren die de valrichting kunnen
u
beïnvloeden, zoals:
De beoogde valrichting.
u
De natuurlijke overhelling van de boom.
u
Een verdikking of rotte plek.
u
Omstaande bomen en obstakels zoals bovengrondse
u
kabels en ondergrondse afvoeren.
De richting en kracht van de wind.
u
Plan van tevoren een veilige uitweg, uit de buurt van vallende
bomen of takken. Zorg dat de vluchtweg vrij is van obstakels
die u kunnen hinderen. Bedenk dat nat gras en vers gezaagde
boomschors glad zijn.
Vel geen bomen waarvan de stamdiameter groter is dan
u
de zaaglengte van de kettingzaag.
Maak een inkeping om de valrichting te bepalen.
u
Maak hiervoor aan de voet van de boom haaks op de val-
u
lijn een horizontale snede tot een diepte van 1/5e tot 1/3e
van de stamdiameter (fig. L).
Maak vervolgens van bovenaf onder een hoek van circa
u
45° een tweede snede die het einde van de eerste snede
kruist en zo de inkeping vormt.

Publicidad

Tabla de contenido

Solución de problemas

loading

Tabla de contenido