4.3
Emissiewaarden
De volgens EN 60 745 bepaalde waarden bedragen
gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau
Geluidsvermogenniveau
Onzekerheid
ATTENTIE
Geluid dat bij het werk optreedt
Beschadiging van het gehoor
► Draag gehoorbescherming!
Trillingsemissiewaarde a
gen) en onzekerheid K bepaald volgens EN 60 745:
Schroeven
Boren in metaal
Onzekerheid
De gedeclareerde totale waarde van de vibraties
werd gemeten in overeenstemming met de stan-
daard toetsmethode en kan gebruikt worden om
één gereedschap met een ander gereedschap te
vergelijken.
De gedeclareerde totale waarde van de vibraties
kan gebruikt worden voor een voorlopige vaststel-
ling van de blootstelling.
Waarschuwing:
De vibratie-emissie tijdens het feitelijke gebruik
van het elektrische gereedschap kan verschillen
van de gedeclareerde totale waarde afhankelijk van
de wijze van het gebruik van het gereedschap.
Om de bediener te beschermen, moeten veiligheids-
metingen worden vastgesteld (uitgevoerd) waar-
mee de blootstelling in de feitelijke gebruiksom-
standigheden geëvalueerd worden (hierbij neemt
men alle fases van de werkcyclus in overweging,
als ook de tijd wanneer het gereedschap is uit-
geschakeld en wanneer het leegloopt behalve de
inschakelingstijd).
5
Inbedrijfstelling
5.1
Accupack vervangen
Accupack verwijderen
Houd de beide toetsen [2-1] ingedrukt.
Neem het accupack naar voren toe uit.
Accupack plaatsen
Schuif het accupack, zoals in afbeelding [2], op de
opberghouder aan de onderkant van de handgreep,
totdat het inklikt.
5.2
Accupack laden
► Het accupack wordt gedeeltelijk geladen gele-
verd. Laad het accupack vóór het eerste gebruik
volledig op.
Om het accupack te laden schuift u het tot de
aanslag op de opberghouder [3-2] van het oplaad-
apparaat.
► In tegengestelde richting kunt u het geladen
accupack uitnemen.
L
= 73 dB (A)
PA
L
= 84 dB (A)
WA
K = 3 dB
(vectorsom van drie richtin-
h
a
< 2,5 m/s
h, S
a
= 5,6 m/s
h, D
K = 1,5 m/s
Het oplaadapparaat herkent automatisch het inge-
brachte accutype (NiCd, NiMH of Li-ion).
Afhankelijk van de laadtoestand, de temperatuur
en de spanning van het accupack stuurt een mi-
croprocessor het laadproces. Wordt er een warm
NiMH-accupack (> 37 °C) ingebracht, dan wordt
alleen met gereduceerde laadstroom geladen en
is de laadtijd langer.
De LED [3-1] van het oplaadapparaat geeft de be-
treffende bedrijfstoestand van het oplaadapparaat
aan.
LED geel – continulicht
Oplaadapparaat is gebruiksklaar.
LED groen – snel knipperen
Accupack wordt met maximale stroom geladen.
2
LED groen – langzaam knipperen
2
Accupack wordt met gereduceerde stroom geladen,
2
Li-ion is voor 80 % geladen.
LED groen – continulicht
Accupack is opgeladen, conditielading in werking.
LED rood – continulicht
Accutemperatuur ligt buiten de toelaatbare grens-
waarden.
LED rood – knipperen
Algemene foutindicatie, bijv. geen volledig contact,
kortsluiting, accupack defect, etc.
5.3
Wandbevestiging
Het oplaadapparaat BC 3 beschikt aan de achter-
zijde over twee langgaten. Het kan met behulp van
twee schroeven (bijv. halfronde of vlakkopschroe-
ven met schachtdiameter 5 mm) aan een wand
worden opgehangen.
Schroef hiervoor de beide schroeven op een afstand
van 96 mm zo ver in de wand dat de schroefkop
nog ca. 4 mm van de wand afstaat.
6
Instellingen aan de machine
► Zet voor het instellen van de machine deze
eerst in de ruststand. De instellingen worden
pas opgeslagen zodra de machine opnieuw is
aangezet.
6.1
Draairichting omschakelen
Met de rechts/links-schakelaar [1-3] kunt u de
draai richting bepalen.
Schakelaar van rechts naar links = rechtsloop;
schakelaar van links naar rechts = linksloop.
6.2
Aandrijving omschakelen
► De aandrijving alleen bij uitgeschakelde ma-
chine omschakelen!
Met de versnellingsschakelaar [1-4] kunt u de aan-
drijving omschakelen.
6.3
Schroeven
Met behulp van de schakelaar [1-5] stel op de
schaal het overeenstemmende draaimoment in.
Stand op 1
= klein draaimoment
41