Aardlekschakelaar
De vereiste aardlekschakelaar moet in de huisinstallatie
worden geplaatst (overeenkomstig IEC 60364-7-722 (In
Duitsland overeenkomstig DIN VDE 0100-722)).
Het apparaat beschikt over een
verschilstroomsensor voor de
DC-foutstroombewaking > 6 mA met een acti-
veringsgedrag conform IEC 62752.
In het toepassingsgebied van de IEC 60364-
7-722:2018 moet het apparaat afzonderlijk
worden beschermd met een aardlekschake-
laar type B.
In het toepassingsgebied van de HD 60364-
7-722:2016 moet het apparaat afzonderlijk
worden beschermd met ten minste één aard-
lekschakelaar type A.
Er mogen geen andere stroomcircuits op
deze aardlekschakelaar worden aangesloten.
Nationale voorschriften moeten absoluut in
acht worden genomen.
5.4 Apparaat openen
1
1
Afb. 5: Apparaat openen
12
In de uitleveringstoestand is het bovenstuk van de behui-
zing (2) niet vastgeschroefd. De schroeven (1) zijn in het
apparaat als toebehoren bijgevoegd.
f Stroomvoorziening uitschakelen.
f Schroeven (1) eventueel losdraaien.
f Bovenstuk van de behuizing (2) naar beneden klappen.
5.5 Apparaat op de wand monteren
T
T
Beschadiging van het apparaat door een ongelijkmatig
oppervlak
Wordt het apparaat op een ongelijkmatig oppervlak
gemonteerd, dan kan het onderstuk van de behuizing ver-
vormen. De aangegeven beschermingsgraad wordt dan
niet meer gegarandeerd. Er kan gevolgschade aan elek-
tronische componenten ontstaan.
f Apparaat alleen op vlakke oppervlakken monteren.
f Zo nodig ongelijkmatige oppervlakken met geschikte
maatregelen compenseren.
1
2
In de verpakkingsdoos van het apparaat bevindt zich
een boorsjabloon, inclusief waterpas, met aanwijzingen
als hulpmiddel voor een loodrechte montage.
1
Bij sterke mintemperaturen moet het apparaat
vóór de montage en inbedrijfstelling eerst gedu-
rende 24 uren bij kamertemperatuur tussentijds
worden opgeslagen.
LET OP