Mennekes AMTRON Compact 3,7/11 C2 Manual De Instrucciones página 125

Gaten boren
MENNEKES adviseert de montage op een ergo-
nomisch geschikte hoogte afhankelijk van de
lichaamslengte.
5.5
Afb. 6: Boormaten [mm]
f Boorgaten aan de hand van het meegeleverde boors-
jabloon of de afbeelding "Afb. 6: Boormaten [mm]" mar-
keren. Daarbij op een loodrechte uitlijning letten.
f Gaten met een diameter van 6 mm in de wand boren.
Leidingen invoeren
f Benodigde kabelinvoer met geschikt gereedschap uit
het apparaat snijden. Kabelinvoeren zijn op de achter-
kant, onderkant en bovenkant aangebracht.
f Passende membraan-schroefverbinding (bij de leve-
ringsomvang inbegrepen) in de betreffende kabelin-
voer steken.
„ Bij de kabelinvoer op de bovenkant of de onder-
kant: membraan-schroefverbindingen met trekontla-
sing gebruiken.
„ Bij de kabelinvoer op de achterkant: mem-
braan-schroefverbindingen zonder trekontlasing
gebruiken.
110
60
140
f Leidingen in het apparaat invoeren. Daartoe moet een
gat in het membraan worden gestoken.
Om het binnendringen van regenwater te voor-
komen, moet het gat in het membraan niet gro-
ter zijn dan de leidingen.
Apparaat monteren
Het meegeleverde bevestigingsmateriaal
(schroeven, pluggen) is alleen voor een mon-
tage op betonnen, stenen en houten wanden
geschikt.
f Apparaat met behulp van pluggen en schroeven aan
de wand vastschroeven.
Montage-instructies op de verpakkingsdoos van het

apparaat in acht nemen.
T
T
LET OP
Beschadiging van het apparaat door ontbrekende
afsluitpluggen
Wanneer de schroeven in de behuizing niet of onvoldoen-
de met de meegeleverde afsluitpluggen worden afgedekt,
is de aangegeven beschermingsgraad niet meer gegaran-
deerd. Er kan gevolgschade aan elektronische componen-
ten ontstaan.
f Schroeven in de behuizing met de meegeleverde
afsluitplug afdekken.
f Apparaat op een vaste en veilige bevestiging contro-
leren.
NL
13