fi g. 12
Trek de handgreep met een besliste han-
deling naar boven zodat het onderstel helemaal
wordt gesloten.
fi g. 13
Controleer of het hendeltje E vastgekop-
peld is op het centrale buigpunt.
TRANSPORTGREEP
fi g. 14
Om het gesloten onderstel te vervoeren,
moet de daarvoor bestemde handgreep I gebruikt
worden. Til het onderstel niet op met de handgreep
voor de opening H.
REGELING HANDGREPEN (VOOR MODELLEN DIE
HIERMEE VOORZIEN ZIJN)
fi g. 15
Het onderstel is voorzien van hand-
grepen die regelbaar zijn in de hoogte en gericht
kunnen worden; om de handgreep in de gewenste
positie te regelen, moet op de interne knoppen L
gedrukt worden.
REM ACHTERWIELEN
fi g. 16
Om de rem in te schakelen, moet de hen-
del M op de achterwielen naar onder gedrukt wor-
den. Schakel de rem steeds in wanneer u stilstaat.
BLOKKERING / DEBLOKKERING VOORWIELEN
fi g. 17
Het onderstel is voorzien van twee
draaiende wielen die geblokkeerd en gedeblok-
keerd kunnen worden door op de hendel N van de
voorwielen te drukken.
ACHTERSTEUN
fi g. 18
Gebruik uw voet op de achtersteun om
eventuele obstakels te overschrijden.
FLESHOUDER
fi g. 19
Koppel de fl eshouder vast op het on-
derstel, en controleer of hij correct in de zit is ge-
plaatst.
MANDJE
fi g. 20
Het onderstel is voorzien van een ruim
mandje. Om het te bevestigen, moeten de ope-
ningen in de daarvoor bestemde koppelingen ge-
plaatst worden en moeten de achterstukken vas-
tgeknoopt worden.
KOPPELING
VAN
TRANSPORTUNITS OP HET ONDERSTEL (WIEG
EN KINDERZIT VOOR DE WAGEN)
fi g. 21
De wieg Zippy C1 of de kinderzit voor de
wagen Huggy C2 kunnen vastgekoppeld worden
op het onderstel. Voor de correcte handelingen van
de bevestiging wordt verwezen naar de relatieve
AANWIJZINGEN
DE
BIJKOMENDE
handleidingen.
KOPPELING
VAN
DE
HET
ONDERSTEL
OM
KINDERWAGEN
fi g. 22
De rugleuning compleet met bekleding
O kan vastgekoppeld worden op het onderstel zo-
dat de confi guratie kinderwagen wordt verkregen.
fi g. 23
Stop de gesp P in de daarvoor bestemde
opening achteraan de houder van de zit.
fi g. 24
Plaats de 2 uiteinden Q op de pinnen R
op beide zijden van het onderstel.
fi g. 25
Koppel de uiteinden Q vast tot u een
KLIK hoort. Controleer of beide zijden perfect vas-
tgekoppeld zijn. Indien noodzakelijk moet om de
uiteinden Q los te koppelen op de vork S gedrukt
worden en moet er tegelijkertijd aan getrokken
worden zodat ze compleet vrijkomen.
fi g. 26
Plaats de hendels voor de regeling van
de rugleuning T in de daarvoor bestemde zitten
U op beide zijden van het onderstel tot u een KLIK
hoort.
fi g. 27
Controleer of beide zijden perfect vas-
tgekoppeld zijn. Om de hendels T los te koppelen,
moet op de knop V gedrukt worden en moet tege-
lijkertijd aan de uiteinden getrokken worden.
fi g. 28
Stop de gesp van de beengordel Z in de
daarvoor bestemde opening op de voorzijde van
de houder van de zit.
fi g. 29
Plaats de hendeltjes A1 van de steun in
de daarvoor bestemde openingen in de bekleding.
fi g. 30
Bevestig de bekleding van de armleu-
ning B1 op de bekleding zoals wordt aangeduid op
de afbeelding.
fi g. 31
Koppel nu de bedekking van de armleu-
ning B1 vast in de daarvoor bestemde zit van de
armleuning. Wanneer het kind gaat zitten, moet
steeds gecontroleerd worden of de bedekking van
de armleuning correct is vastgekoppeld.
fi g. 32
Maak de knopen C1 van de bekleding
vast op de zit van de Kinderwagen.
fi g. 33
De bedekking van de armleuning B1 kan
verwijderd worden om de wieg en de kinderzit voor
de agen ook vast te koppelen voor de versie kinde-
rwagen. Duw met uw wijsvinger op het hendeltje
D1 in de armleuning. Om ze weer te monteren,
moet het voorste deel in de spleet in de armleuning
gestopt worden en omlaag gedrukt worden.
REGELING VAN DE RUGLEUNING
fi g. 34
De rugleuning kan in 4 posities geregeld
worden; handel op het centrale mechanisme E1 en
verplaats ze in de gewenste positie.
RUGLEUNING
OM
TE
VORMEN
TOT
97