Fein WSG12-125 Instrucciones De Uso página 47

3 41 01 071 06 0.book Seite 47 Montag, 17. Oktober 2005 1:50 13
WSG 12-125 / WSG 12-150 / WSG 12-70 E
Inzetgereedschap wisselen.
Slijp- of schuurtoebehoren bevestigen of wisselen
(Afbeelding 3).
Druk alleen op de blokkeerknop (2) als de
motor stilstaat.
Druk op de blokkeerknop (2) en houd
deze ingedrukt. Draai de schroefdraadflens
los met de pensleutel.
Draai de schroefdraadflens uit.
Wissel het versleten slijp- of schuurtoe-
behoren of zet een nieuw toebehoren in.
Let daarbij op goede centrering van het
schuurtoebehoren tussen binnen- en
schroefdraadflens.
Draai de schroefdraadflens met de hand
weer in.
Druk op de blokkeerknop (2) en houd
deze ingedrukt. Draai de schroefdraadflens
vast met de pensleutel.
Werkstuk vastzetten.
Zet het werkstuk voldoende vast. Een
onvoldoende vastgezet werkstuk kan bij-
voorbeeld tot het vastklemmen van het slijp- of
schuurtoebehoren en tot een terugslag, het val-
len van het werkstuk en andere gevaarlijke
gebeurtenissen leiden.
Algemene bedieningsvoorschriften.
Toerental instellen WSG 12-70 E (Afbeelding 6).
Het toerental kan traploos worden veranderd
binnen het bereik dat in de „Technische gege-
vens" is genoemd.
Draai het stelwiel (6) tussen „1" voor
het laagste toerental en „6" voor het hoog-
ste toerental.
In- en uitschakelen (Afbeelding 1).
Controleer eerst de netaansluitkabel en de
netstekker op beschadigingen.
Inschakelen:
Duw de schakelaar (1) naar voren (I).
Uitschakelen:
Druk de schakelaar (1) achteraan in (0).
De haakse slijpmachine begint zacht te
lopen en bereikt na korte tijd het
arbeidstoerental.
De nulspanningsbeveiliging voorkomt dat de
haakse slijpmachine weer zelfstandig begint te
kopen als tijdens het gebruik de stroomtoevoer
is onderbroken, bijvoorbeeld doordat de stek-
ker uit het stopcontact is getrokken, ook als dat
slecht kort het geval is geweest.
Beweeg het elektrische gereedschap
naar het werkstuk toe.
Geleid de netaansluitkabel van het rond-
draaiende slijp- en schuurtoebehoren weg.
Als u de controle over het elektrische gereed-
schap verliest, kan de aansluitkabel worden
doorgesneden of meegenomen en uw hand of
arm kan in het ronddraaiende slijp- of schuur-
toebehoren terechtkomen.
Werk bij afbraam- of doorslijpwerkzaam-
heden met een hoog toerental.
Overbelast het elektrische gereedschap
niet!
Afbramen:
Houd een aanzethoek van 20 tot 40°
aan. Daarmee bereikt u een goede afname.
Duw het elektrische gereedschap gelijk-
matig aan en beweeg het over het opper-
vlak.
Voorkom te sterke verhitting van het
werkstukoppervlak.
Doorslijpen:
Werk altijd in tegengestelde richting,
zodat de doorslijpschijf niet uit de groef
springt.
NL
47