nl
Handleiding voor montage en gebruik
ZAP Safemaster S
Inhoud
Montage .............................................................................. 65
1 Over deze handleiding
Deze handleiding beschrijft het veilige gebruik van de ladder
ZAP Safemaster S.
• Lees vóór gebruik deze handleiding door en bewaar deze om
hem later te kunnen raadplegen.
Bij het doorgeven van de ladder moet deze handleiding ook
overhandigd worden.
2 Gebruik volgens de voorschriften
Deze ladder is een verplaatsbaar hulpmiddel dat binnen en
buiten kan worden ingezet.
Met deze ladder kunnen kleinere werkzaamheden op
hoogte worden uitgevoerd, waarbij het gebruik van andere
hulpmiddelen naar verhouding niet nodig is (vgl. verordening
over de veiligheid van werkmiddelen).
Deze ladder mag alleen worden gebruikt in overeenstemming
met deze handleiding. Elk ander gebruik geldt als niet
volgens voorschrift.
Voor schade als gevolg van gebruik dat niet overeenkomstig de
voorschriften is, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard.
Modificaties van de ladder die niet geautoriseerd zijn door de
fabrikant, leiden tot het vervallen van de garantie.
64
3 Algemene veiligheidsaanwijzingen
Behalve de algemene veiligheidsaanwijzingen moeten ook
de algemene markeringen op het product in acht worden
genomen (zie "Markeringen op het product" op blz. 65).
1. De ladders mogen alleen worden gemonteerd en gebruikt
door personen die met deze handleiding voor montage en
gebruik vertrouwd zijn.
2. De ladder of trap, dan wel delen ervan, mogen niet
veranderd worden.
3. Controleer - alvorens ladders te gebruiken - of alle
onderdelen correct zijn gemonteerd en functioneren.
4. Bij het gebruik van de ladder bestaat het risico van naar
beneden vallen of omvallen. Hierdoor kunnen personen
verwond en voorwerpen beschadigd worden.
5. De ladder moet geschikt zijn voor het beoogde gebruik
en mag alleen worden gebruikt in de voorgeschreven
opstellingspositie.
6. De ladder alleen op een egale, horizontale, onbeweeglijke
ondergrond met voldoende draagvermogen plaatsen.
Indien nodig onderleggers gebruiken die de
belasting verdelen.
7. Als u op de ladder staat, mag deze niet worden bewogen.
8. Bij het plaatsen van de ladder moet op het risico van een
botsing, zoals met voetgangers, voertuigen of deuren
worden gelet. Deuren (geen nooduitgangen) en ramen in de
werkruimte evt. vergrendelen.
9. De ladders alleen op de poten plaatsen, niet op de sporten
of treden.
10. Alle werkzaamheden met en op de ladder moeten
dusdanig worden uitgevoerd dat het risico van naar
beneden vallen en omvallen zo klein mogelijk blijft.
11. Bij gebruik in de open lucht voorzorgsmaatregelen wegens
de wind nemen.
12. De ladder alleen gebruiken voor licht werk gedurende
korte tijd.
13. Vermoeidheid kan leiden tot onveilig gedrag op de
ladder. Niet te lang zonder regelmatige pauzes op de
ladder werken.
14. Alleen de hiervoor bestemde treden gebruiken.
15. De ladder bij vervuiling, bijv. natte verf, vuil, olie of sneeuw
niet gebruiken.
16. De ladder nooit buiten bij ongunstige
weersomstandigheden, zoals krachtige wind gebruiken.
17. De ladder nooit vanaf de bovenzijde verplaatsen.
18. Voor onvermijdelijke werkzaamheden onder elektrische
spanning niet-geleidende ladders gebruiken.
Bedrijfsmatig gebruik
19. In het kader van vakkundig gebruik moet een
risicobeoordeling worden uitgevoerd met inachtneming van
de wettelijke voorschriften in het land van gebruik.