gaasje. Breng een beetje wateroplosbaar glijmiddel of een anesthetische gel aan op de tip van de
nieuwe sonde; houd hierbij de uitstroomopeningen vrij.
5. Plaats de nieuwe G-tube zo ver mogelijk in de fistel (fig. 6).
6. Houd de sonde op z'n plaats en bevestig de positie van de tip door via de voedingsconnector (B)
met een spuit maaginhoud op te trekken, en hier de pH-waarde van te meten met behulp van
pH-indicatiepapier. De tip van de sonde zit in de maag wanneer de pH-waarde lager dan 5,5 is (fig. 7).
Bij twijfel dient u de positie van de sonde te controleren met behulp van een endoscoop, of door
middel van een röntgenfoto. Bij het openen van de voedingsconnector voorkomt de "quick release"-
klem (D) dat er voeding of andere maaginhoud terugvloeit. Het wordt aanbevolen de "quick release"-
klem (D) te openen wanneer de voedingsconnector is gesloten.
7. Vul de ballon via het ballonventiel (A) met de hoeveelheid steriel water aangegeven op het ventiel
(fig. 8). Overschrijd deze hoeveelheid nooit. Trek de sonde licht omhoog tot de lengte van de sonde
die uit de fistel komt gelijk is aan de lengte van de vorige geplaatste gastrostomiesonde (indien
dit van toepassing is) (fig. 9). Noteer de Charrière, de lengte van de sonde en de geïnjecteerde
hoeveelheid water in het patiëntendossier.
8. Injecteer 20-50 ml water via de voedingsconnector (B) van de sonde om verstopping te voorkomen
(fig. 10).
9. Schuif de externe fixatiedisc (C) tot op ongeveer 5 mm van de huid en fixeer de sonde in de 90°
voorgevormde externe fixatiedisc (fig. 11).
Inspecteer dagelijks het gebied rond de fistel op roodheid en zwellingen. Desinfecteer de huid wanneer
dit nodig is. Wanneer de fistel volledig is gevormd is het voldoende om de huid zorgvuldig te wassen, te
spoelen en te drogen.
Dagelijkse verzorging: haal de sonde uit de externe fixatiedisc en duw de sonde voorzichtig in het stoma.
Draai de sonde 180° om zijn as, trek de sonde op tot de oorspronkelijke positie en herplaats de sonde in
de externe fixatiedisc (fig. 12).
Controleer de positie van de sonde door de positie van de externe fixatiedisc te controleren, en door het
meten van de pH-waarde van opgetrokken maaginhoud met behulp van pH-indicatiepapier (gebruik nooit
lakmoespapier). Bij een pH-waarde lager dan 5,5 is de sonde correct in de maag gepositioneerd. Voer
deze controle iedere keer uit wanneer u een nieuwe verpakking sondevoeding aansluit, of bij twijfel over
de juiste positie van de sonde (fig. 13).
Spoel de sonde voor en na het toedienen van voeding en/of medicatie, en ten minste iedere 8 uur door
met 20-50 ml water om verstopping te voorkomen (fig. 14).
Controleer wekelijks of de juiste hoeveelheid steriel water in de ballon zit. Vul dit zo nodig bij, of vervang
de inhoud met hetzelfde volume als aangegeven in het patiëntendossier.
Dien nooit voeding of medicatie toe via het ballonventiel (A).
De Flocare
dit is afhankelijk van verschillende factoren, zoals medicatie, pH van de maag, mobiliteit van de patiënt
en verzorging van de sonde.
Vervanging en verwijdering van de G-tube hangt af van de conditie van het product en kan slechts
worden uitgevoerd onder medisch toezicht.
00633_AW.indd 11
GEBRUIKSDUUR EN VERWIJDERING
Gastrostomiesonde is ontwikkeld om gedurende langere tijd (maanden) mee te gaan, maar
®
VERZORGING
Voor
Vervo
tevee
Indien
het op
medis
Het w
1. de
2. de
3. de
sc
In het
de fis
begel
20/04/17