Na ongeveer een half uur kan eventuele rijp aan de binnenkant van het
vriesgedeelte met een ijskrabber van de gladde wanden worden verwijderd.
Maak de afvoer voor het condenswater in het
koelgedeelte schoon met de daar aanwezige
reinigingsborstel.
Reinig het koel- en het vriesgedeelte met een mild
schoonmaakmiddel (bijv. afwasmiddel) en laat
beide ruimtes goed drogen.
Om schimmelvorming te voorkomen,
kunt u een beetje azijn (schoonmaakazijn, huishoudazijn of
geconcentreerde azijn) toevoegen aan het water dat u voor het reinigen
gebruikt. Zand-, soda- en zuurhoudende schoonmaakmiddelen zijn
niet geschikt.
Spoel alle losse onderdelen (groentelade, vriesladen, glasplaten) goed af en
maak ze droog.
Reinig de oppervlakken (behalve de deurafdichting) van het apparaat met een
mild reinigingsmiddel.
Maak de deurafdichting schoon met schoon water, neem het water af en laat de
afdichting drogen.
Steek de netstekker weer in het stopcontact.
Zodra het vriesgedeelte een temperatuur van -18 °C heeft bereikt, kunt u het
apparaat weer vullen met levensmiddelen.
14. Binnenverlichting vervangen
VOORZICHTIG!
Gevaar voor letsel/schade aan het apparaat!
De led-binnenverlichting mag alleen vervangen
worden door de fabrikant, de klantenservice of een
overeenkomstig gekwalificeerd persoon.
Als de binnenverlichting niet werkt, neem dan
contact op met de klantenservice.
15. Maatregelen bij uitval van de netvoeding
Ontdooide levensmiddelen, ook gedeeltelijk ontdooid, mogen niet opnieuw
worden ingevroren.
Bij stroomuitval moet u vóór gebruik van de levensmiddelen controleren of ze
nog in orde zijn (zie ook "3.4.4. Omgang met het apparaat" op blz. 89).
DE
FR
NL
ES
IT
107