gelaatsafdichtingstesten.
ONDERHOUD
Onderhoud, service en reparaties mogen enkel
uitgevoerd worden door hiervoor opgeleid personeel.
^ Gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen of
ongeoorloofde aanpassingen kunnen
levensgevaarlijke gebruikssituaties veroorzaken.
Elke garantie komt dan te vervallen.
Vóór gebruik of, indien het gelaatsmasker niet
regelmatig gebruikt wordt, maandelijks, dient er een
algemene inspectie uitgevoerd te worden. Zie de
inspectieprocedures voor specifieke details.
RESERVEONDERDELEN
Lens (7927) vervangen.
Verwijder de twee schroeven die de bevestigingsrand
bij elkaar houden en neem de twee helften van de
bevestigingsrand weg.
Rol het gelaatsstuk weg van de rand van het venster en
neem het venster weg. Om het venster terug te
plaatsen, brengt u het midden van het venster op
gelijke hoogte met de middellijn van het gelaatsstuk.
Het midden van het venster is aangegeven met twee
kleine stippen, één bovenaan in het midden en een
tweede onderaan in het midden van het venster.
Plaats het venster in het gelaatsstuk, maak de
bevestigingsrand opnieuw vast. Breng de twee
schroeven weer aan en draai ze vast.
Uitademventieldeksel (7918) en uitademventiel
(7283) vervangen.
Verwijder het deksel van het uitademventiel door de
twee lipjes aan weerszijden van de opening in het
midden op te tillen en deze naar beneden te schuiven.
Afbeelding 5.
Neem het uitademventiel weg door aan de randen van
het ventiel te trekken.
Duw het nieuwe ventiel volledig naar beneden op de
middelste steun van de ventielzitting.
ALS DE VENTIELZITTING BESCHADIGS IS,
VERVANG DAN DE ADEMHALINGSKAMER.
Spreekdiafragma (7895) vervangen.
Verwijder het neusstuk door deze uit de groef rond het
spreekdiafragma te trekken.
Duw het diafragma met een gum van een potlood of
iets dergelijks van onderen af uit het gelaatstuk.
Om het diafragma terug te plaatsen, volgt u
bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde.
Brilframe (7925). Steek de twee lipjes van het brilframe
in de openingen van de framehouder. Zet de
framehouder in het gelaatsstuk. (Afb.7).
Bajonetkoppelstuk-kit (7910)
Houd het binnenste deel van het koppelstuk vast, pak
het buitenste deel van het koppelstuk en draai deze
tegen de klok in om te verwijderen.
Om het koppelstuk terug te plaatsen, drukt u het
binnenste deel in het gelaatsstuk tot het einde van de
draden gelijk is met de buitenzijde van het gelaatsstuk
en schroeft u het buitenste deel er met de klok mee op.
Inademventielen (7282) vervangen. Neem de
uiteinden van de ventielen en trek ze weg van de
kunststof steun. Vervang het ventiel als het
verwrongen, gescheurd of gekruld is of als het niet
meer op de zitting kan worden geplaatst. Als de
ventielzitting beschadigd is, moet het volledige
koppelstuk (7921/7910) worden vervangen.
Inademventiel (6895) vervanging. Vervang de de
afdichtingsringen als ze kromgetrokken, verwrongen of
gescheurd zijn. Zorg ervoor dat de afdichtingsring plat
en correct geplaatst is.
Neusstukventiel (7882) vervangen
Ademhalingskamer (7924) vervangen Verwijder het
spreekdiafragma, het neusstuk, het deksel van het
uitademventiel en het uitademventiel. Gebruik een
kruiskopschroevendraaier om de borgring los te maken
en de ademhalingskamer te verwijderen voor reiniging
en inspectie. Zet alles weer in elkaar door de
ademhalingskamer in het gelaatstuk te plaatsen, de
borgring opnieuw aan te brengen en vast te zetten.
REINIGING EN DESINFECTIE
Reinigen wordt na elk gebruik aanbevolen. Als het
masker tijdens meer dan één shift wordt gebruikt, moet
het worden gereinigd aan het eind van elke shift en
tussen de shifts in de originele verpakking of in een
verzegelde container worden bewaard. Voor de
reiniging van het masker moet een 3M™ 105 doekje
worden gebruikt.
Verwijder de filters en maak het luchtsysteem los indien
nodig. Reinig de onderdelen (behalve de filters) door ze
in een warme schoonmaakoplossing onder te
dompelen (temperatuur van het water mag niet meer
bedragen dan 50°C), schrob met een zachte borstel
totdat ze schoon zijn.
Gebruik, indien nodig, een neutraal reinigingsmiddel.
Desinfecteer het masker door het te weken in een
oplossing van ontsmettingsmiddel met quaternair
ammonium of natriumhypochloriet, of een ander
ontsmettingsmiddel.
Spoelen in schoon, warm water en aan de lucht laten
drogen bij kamertemperatuur in een niet-verontreinigde
omgeving.
WAARSCHUWING
Gebruik geen schoonmaakmiddelen op deze
producten die lanoline of andere oliën bevatten.
Niet in een autoclaaf reinigen.
Gebruik geen benzine, gechloreerde ontvetters (zoals
trichloorethyleen), organische oplosmiddelen en
reinigingsproducten met schuurmiddel om
systeemonderdelen te reinigen.
Wacht tot het gelaatsstuk volledig droog is alvorens de
onderdelen weer in elkaar te zetten.
OPSLAG EN TRANSPORT
Deze producten moeten opgeslagen worden in droge
en schone omstandigheden, niet in direct zonlicht of
nabij bronnen van hoge temperatuur, en vrij van
benzinedampen en dampen van oplosmiddelen.
27