MP6025871-12C1 / A
Oplader reinigen
Deze procedure bevat algemene reinigingsinstructies, in geval van zichtbare
verontreiniging.
Let op:
De oplader is NIET waterdicht. Dompel het apparaat NIET onder in
water of reinigingsmiddelen.
Let op:
Gooi de oplader weg in overeenstemming met de lokale
afvalverwerkingsregels voor batterijen (geen vuilverbranding).
Oplader reinigen:
1
Was uw handen grondig.
2
Gebruik een vochtige doek met een mild reinigingsmiddel (bv. afwasmiddel), om de
buitenkant van de oplader van vuil te ontdoen. Gebruik voor het reinigen van de
oplader nooit organische oplosmiddelen, zoals verfverdunner of aceton.
3
Plaats de oplader op een schone, droge doek en laat hem twee tot drie minuten
drogen.
Problemen oplossen
De volgende tabel bevat informatie voor het oplossen van problemen met de zender, de
oplader en de tester. Zie de gebruiksaanwijzing bij uw pomp voor meer informatie over
het oplossen van problemen.
Probleem
U heeft de zender op
de oplader aangeslo-
ten, maar er gaan geen
lampjes branden.
Mogelijke oorzaak
De connectorpinnen van
de zender zijn bescha-
digd of gecorrodeerd.
De batterij van de opla-
der is leeg.
Oplossing
1
Controleer de connectorpinnen van de
zender op beschadiging en corrosie. Zie
Connectorpinnen van de zender controle-
ren, op blz. 103 voor meer informatie over
de connectorpinnen. Als de pinnen be-
schadigd of gecorrodeerd zijn, neemt u
contact op met de 24 Hour HelpLine of
het Servicenummer. Uw zender is moge-
lijk aan vervanging toe.
2
Als de connectorpinnen niet beschadigd
zijn, vervangt u de batterij van de oplader.
Zie Batterij in de oplader plaatsen, op
blz. 99 voor meer informatie over het ver-
vangen van de batterij van de oplader.
-106-