FR
EN
DE
ES
IT
PT
Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
Motorolie controleren:
Zorg ervoor dat de grasmaaimachine op een effen
oppervlak staat en dat het gebied rond de oliedop/
peilstok schoon is.
Schroef de oliedop/peilstok los en verwijder deze.
Schoonvegen en opnieuw in de olievulopening steken
maar niet vastschroeven.
Verwijder de oliedop/peilstok opnieuw en controleer
het oliepeil. Als er onvoldoende olie in de tank zit, vult
u olie bij tot het vereiste peil bereikt is.
BRANDSTOFTANK VULLEN
WAARSCHUWING
Start of laat de motor nooit draaien in een gesloten
of slecht geventileerde ruimte; het inademen van
uitlaatgassen kan dodelijk zijn.
DE MOTOR STARTEN
Druk 3 keer hard op de knijppeer
OPMERKING: Deze stap is normaal gezien niet nodig
wanneer u een motor start die al enkele minuten heeft
gedraaid.
Druk
de
bedieningsaanwezigheidscontrolehendel
naar beneden tegen het handvat.
Trek aan de trekstarter tot de motor loopt. Trek niet
meer dan 4 keer aan de startkoord. Laat de trekstarter
langzaam los zodat de koord niet terugslaat.
OPMERKING: Het kan nodig zijn om de toevoerstappen
te herhalen bij koelere temperaturen. Bij warmer weer
kan teveel brandstoftoevoer ervoor zorgen dat de motor
verzuipt en dat de motor niet start. Als je de motor verzuipt,
wacht u enkele minuten voor u probeert te starten en
herhaalt u de toevoerstappen niet.
DE MOTOR STOPPEN
Laat de bedieneraanwezigheidscontrolehendel los en laat
de motor volledig stilvallen.
PRODUCT AANDRIJVEN.
Om
zelf
te
bedieneraanwezigheidscontrole naar beneden terwijl
u de aandrijfcontrolehendel in de richting van het
handvat trekt. Laat de aandrijfcontrolehendel los om
de wielaandrijving te stoppen.
Manuele: Druk de bedieneraanwezigheidscontrole
naar beneden. Koppel de aandrijfcontrolehendel niet.
NL
SV
DA NO
FI
rijden:
Druk
de
71
HU CS RU
RO PL
SL
SNIJBLADHOOGTE INSTELLEN
Wanneer de grasmaaier wordt verscheept, zijn de wielen
op een lage maaipositie ingesteld. Vooraleer u de maaier
voor het eerst gebruikt, stelt u de maaipositie af volgens
de hoogte die voor uw gazon het best geschikt is. Het
gemiddelde gazon moet tussen de 38 mm en 50 mm
tijdens koude en tussen de 50 mm en 76 mm tijdens
warme maanden bedragen.
Om de snijbladhoogte te verhogen, neemt u de
hoogteafstellingshendel en beweegt u die naar de
achterkant van de grasmaaier.
Om de snijbladhoogte te verminderen, neemt u de
hoogteafstellingshendel en beweegt u die naar de
voorkant van de grasmaaier.
HANDVATHOOGTE AFSTELLEN:
De hoogte van het handvat kan makkelijk worden
afgesteld in overeenstemming met de voorkeur van de
bediener.
Handvat verwijderen.
Schuif het handvat uit en stel de hoogte af aan de
andere opening.
Plaats het handvat en de knop terug. Maak de knop
stevig vast.
Herhaal aan de andere kant van het handvat.
MAAITIPS
Zorg ervoor dat het gazon vrij is van stenen,
stokken, draden en andere voorwerpen die de
grasmaaimachinebladen
beschadigen. Zulke voorwerpen kunnen per ongeluk
door de grasmaaier in gelijk welke richting worden
opgeworpen en ernstige verwondingen bij de bediener
en anderen veroorzaken.
Voor de beste resultaten maait u altijd een derde of
minder van de totale hoogte van het gras
Wanneer u lang gras maait, stapt u best trager om
efficiënter maaien toe te laten en ervoor te zorgen dat
het afval goed wegraakt.
Maai geen nat gras; het zal aan de onderzijde van de
maaier blijven plakken en voorkomen dat het grasafval
goed wordt opgevangen of weggeworpen.
Nieuw of dik gras kan ertoe leiden dat er een smaller
maaipad vereist is.
Als de brandstoftank leeg is en voor u deze hervult,
kantelt u de maaier op de linkerzijde met de
brandstofdop in de hoogste stand. Dit voorkomt dat
brandstof wordt gemorst. Verwijder de bougiekabel
om ongewild starten te voorkomen. Het maaiblad is
HR ET
LT
LV
SK BG
of
de
motor
kunnen