2.2.2 RS485-ADRES
2.2.2.1 RS485-ADRES
Zie voor het downloaden van gegevens via RS485 het
aansluitschema op pag. 100.
Zie voor de verbinding met de module SK9020 het
aansluitschema op pag. 100.
1. Start de programmeringsfase, zie pag. 43.
2. Kies:
instellingen/systeemparameters/RS485-adres/
RS485-adres
3. Voer het RS485-adres in (max. 3 cijfers).
RS485-ADRES
SCROLL
ESC
4. Bevestig dit.
2.3. Taal kiezen
Vanuit dit menu kan de hoofdtaal worden ingesteld.
1. Start de programmeringsfase, zie pag. 43.
2. Kies: instellingen/taal kiezen
TAAL KIEZEN
DANSK
SUOMI
*NEDERLANDS
OK
SCROLL
3. Kies de gewenste taal.
4. Bevestig dit.
2.4. Tweede taal
Hiermee kunnen de berichten in ruststand van de namenlijst naar wens
worden omgezet van de hoofdtaal in de tweede taal.
1. Start de programmeringsfase, zie pag. 43.
2. Kies: instellingen/tweede taal
3. Kies de gewenste tweede taal en bevestig.
SELECT LANGUAGE
ITALIANO
*ENGLISH
FRANCAIS
OK
SCROLL
DEFAULT = Tweede taal uitgeschakeld.
De tweede taal kan als volgt worden uitgeschakeld:
1. Start de programmeringsfase, zie pag. 43.
2. Kies: instellingen/tweede taal.
3. kies DEFAULT en bevestig.
of:
stel de hoofdtaal opnieuw in (zie "2.3 Taal").
LET OP: Als er een welkomstbericht is ingevoerd (zie par. "2.8
Welkomstbericht") wordt dit niet in de tweede taal omgezet.
De tweede taal moet worden ingesteld nadat de hoofdtaal is
gekozen.
52 52
000
OK
CANC
OK
ESC
OK
ESC
2.5. Oproepbeheer
Hiermee kunnen het systeemtype (Simplebus of Simplebus Top) en
de oproepmodus (Standaard, aangepaste code, Immotec, Immotec
aangepast) worden ingesteld.
LET OP: stel eerst het systeemtype in (Simplebus of Simplebus
Top) en pas daarna de oproepmodus (Standaard, aangepaste
code, Immotec standaard of Immotec aangepast).
Om het systeemtype en de oproepmodus te wijzigen
moet de hele namenlijst worden gewist, zie
ALLE NAMEN WISSEN
(default) voor systemen zonder deurselectors art. 1424
SIMPLEBUS
in de modus Top 1, 2, 3 (zie FT SB 21 ) die de zones van het systeem
bepalen.
voor systemen met deurselectors art. 1424 in de
SIMPLEBUS TOP
modus Top 1, 2, 3 (zie FT SB 21) die de zones van het systeem
bepalen.
STANDAARD - SIMPLEBUS (default)
In deze modus wordt de gebruiker geïdentificeerd door een naamveld en
een codeveld van maximaal 3 cijfers (tussen 1 en 240).
Voorbeeld:
Gebruikersnaam = Mario Rossi
Code = 2
STANDAARD - SIMPLEBUS TOP
In deze modus wordt de gebruiker geïdentificeerd door een naamveld en
een codeveld bestaande uit 2 delen:
zoneveld van maximaal 3 cijfers (1 tot 500)
gebruikersveld dat beslist uit 3 cijfers moet bestaan (1 tot 240).
Voorbeeld:
Gebruikersnaam = Mario Rossi
Code = 25 015
De oproep kan op de volgende wijzen plaatsvinden:
√ in de ruststand
1. Geef de gebruikerscode in (bv. 25 015)
2. Druk op
om een oproep te doen of op
sluiten.
BEL NUMMER
_25 015
BELLEN
of:
1. Blader door de namenlijst met
2. Druk op
om de oproep te doen of
AANGEPASTE CODE - SIMPLEBUS of SIMPLEBUS TOP
In deze modus wordt de gebruiker geïdentificeerd door een naamveld, een
codeveld (verschillend voor Simplebus en Simplebus Top) en door een
aangepaste code van maximaal 6 tekens.
Voorbeeld:
Gebruikersnaam = Mario Rossi
Code= 2 (voor Simplebus) of 25 015 (voor Simplebus Top)
Aangepaste code = 100
"1.1.3
"
om te annuleren en te
CANC
om te sluiten