Chicco FULLY Instrucciones De Uso página 52

de greep en duwt u de kap naar de rugleuning (Fig. 12B).
13. Om de kap te verwijderen opent u de ritssluiting ervan
in de buurt van de rugleuningstang helemaal; druk op
de knoppen aan de buitenzijde van de koppelingen van
de kap en trek de kap omhoog (Fig. 13).
Om de kap te bevestigen voert u de hiervoor beschreven
handelingen in omgekeerde volgorde uit.
WAARSCHUWING: De kap dient aan beide kanten van de
wandelwagen te worden bevestigd. Controleer of hij goed
is vastgemaakt.
HET ZITJE AFSTELLEN
Als het zitje eenmaal op het frame is gemonteerd, kan het
op drie verschillende schuine standen worden afgesteld.
14. Het hele zitje kan worden afgesteld door de knoppen
op het middelste verbindingsstuk tegelijkertijd in te
drukken (Fig. 14).
15. De schuine stand van de rugleuning ten opzichte van
het zitje kan worden gewijzigd met behulp van de re-
gelaar achteraan de rugleuning (Fig 15).
16. De voetensteun kan op verschillende standen worden
afgesteld door de knoppen aan de zijkanten tegelijk in
te drukken (Fig. 16).
17. De wandelwagen is uitgerust met een verwijderbare
bumper bar. Om hem te verwijderen hoeft u maar op
de knoppen aan de zijkanten te drukken (Fig. 17).
Om het kind in de wandelwagen te zetten en het eruit te
halen kan de bumper bar aan één enkele kant worden los-
gemaakt (Fig. 17A).
WAARSCHUWING: Doe het kind altijd de veiligheidsgor-
dels om. De bumper bar is GEEN bevestigingssysteem voor
het kind.
WAARSCHUWING: De bumper bar mag niet worden ge-
bruikt om de wandelwagen met het kind erin op te tillen.
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
De wandelwagen is uitgerust met een reeds gemonteerd
veiligheidssysteem met vijf verankeringspunten bestaande
uit twee schouderbanden, twee afstellussen, een buikgor-
del en een tussenbeenstuk met gesp.
18. WAARSCHUWING: Om de gordels aan de lichaams-
bouw van het kind aan te passen gebruikt u de schou-
dergordels door ze eerst door de twee afstelopeningen
te halen (Fig. 18). Na het kind in de wandelwagen te heb-
ben gezet doet u hem de veiligheidsgordels om door de
twee gesptongen eerst door de opening van de schou-
derbanden te laten lopen (Fig. 18A) en ze vervolgens in
de gesp van het tussenbeenstuk te steken (Fig. 18B); stel
de lengte van de gordels af door ze op de schouder en
het lichaam van het kind aan te laten sluiten.
19. Druk op de zijtongen en trek eraan om de buikgordel
los te maken (Fig. 19).
20. De buikgordel dient altijd door de 2 "D"-vormige lussen
aan de zijkanten van de zitting van de wandelwagen te
lopen (Fig. 20).
WAARSCHUWING: Altijd het veiligheidstuigje gebruiken.
Voor de veiligheid van uw kind gebruikt u altijd alle vijf de
verankeringspunten van de veiligheidsgordels.
DE VEILIGHEIDSGORDELS VERWIJDEREN
De veiligheidsgordels kunnen worden verwijderd (om ze te
wassen of bij het gebruik van de kinderwagen-/halfharde
draagmandconfiguratie).
Om de gordels te verwijderen moet de buikgordel uit de
hiervoor bestemde D-vormige ringen worden gehaald
en de schouderbanden uit de stoffen openingen van de
rugleuning. Na de veiligheidsgordels te hebben verwijderd
verzekert u zich ervan dat ze met behulp van de veranke-
ringspunten weer goed worden aangebracht.
WAARSCHUWING: Nadat u de veiligheidsgordels heeft
verwijderd, bewaart u ze buiten het bereik van kinderen
voor later gebruik.
Om de veiligheidssystemen weer aan te brengen volgt u
de hierna beschreven volgorde nauwkeurig:
21. Haal de riem door de bovenste lus (Fig. 21) en let erop
dat de lengteregelaar geplaatst is zoals op Fig. 21A.
22. Pak de plastic lus van de schouderbanden vast en doe
hem in de stoffen ring van de riem (Fig. 22).
23. Na deze handeling goed te hebben verricht trekt u de
riem omlaag tot de stoffen lus omgedraaid wordt (Fig.
23-23A).
WAARSCHUWING: Verzeker u er na de montage van dat
de plastic lussen goed zijn gemonteerd. Controleer of de
uitstekende horizontale delen van de plastic lussen naar de
buitenkant van de zitting zijn gedraaid als ze eenmaal op de
bijbehorende gesptongen zijn gemonteerd (fig. 23B-23C).
Na de montage moeten de gordels weer op grond van de
lengte van uw kind worden afgesteld.
HET ZITJE VERANDEREN: ZACHTE DRAAGMANDCON-
FIGURATIE
Om het zitje te veranderen volgt u de stappen die hierna
worden beschreven:
24. Maak de gespen onder het zitje los (Fig. 24 – 24A).
25. Zet de voetensteun horizontaal, stel de rugleuning op
de laagste stand af (Fig.25), zet het zitje schuin met de
knoppen die op afbeelding 14 worden getoond en zet
de kinderwagen in de horizontale stand.
Verwijder vervolgens de veiligheidsgordels (zie paragraaf
DE VEILIGHEIDSGORDELS VERWIJDEREN).
26. WAARSCHUWING: De draagmand mag uitsluitend op
de horizontale stand worden gebruikt (Fig. 26). Stel de
draagmand niet af op de schuine stand ( Fig 26A).
27. Breng de bekleding aan en maak hem met behulp van de
interne ritssluiting vast aan de stof van de wandelwagen
(Fig. 27). De rits bevindt zich aan het hoofdeinde.
28. Doe het plastic gedeelte van de stoffen bekleding om
de stang van het frame aan het voeteneinde (Fig. 28).
Maak ten slotte de knopen dicht, die zich aan beide
kanten bevinden (Fig. 28A).
WAARSCHUWING: In de zachte draagmandconfiguratie
kunt u het zitje niet verwijderen terwijl het kind erin zit.
HET ZITJE VERANDEREN: HALFHARDE DRAAGMAND-
CONFIGURATIE
WAARSCHUWINGEN
BELANGRIJK - LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING ZORG-
VULDIG DOOR EN BEWAAR DEZE VOOR LATER GE-
BRUIK.
• Raadpleeg de instructies van de wandelwagen, voordat
u hem gebruikt.
• WAARSCHUWING: Dit product is alleen geschikt voor
een kind dat niet zonder hulp kan zitten, zich nog niet kan
draaien en nog niet op de handen en knieën kan gaan
zitten. Maximumgewicht van het kind: 9 kg.
52