Wandmontage (houten drager)
1
Zoek de dragers. Controleer het midden van de drager met een priem of een dunne spijker, of gebruik een balkzoeker van rand tot rand.
LET OP:
Voorkom mogelijk persoonlijk letsel en materiële schade!
Materialen die de muur bedekken, mogen niet dikker zijn dan 16 mm (5/8 inch).
Minimale grootte houten drager: gebruikelijk 51 x 102 mm (2 x 4 inch) (nominaal 38 x 89 mm (1½ x 3½ inch)).
2
Markeer de locaties voor de eerste bouten op de middenlijn van de drager, met een onderlinge afstand van 578,4 mm (231/8 inch) voor de
CFR1615 en 809,6 mm (317/8 inch) voor de CFR1620.
3
Boor de montagegaten zoals in de illustratie wordt getoond.
LET OP:
Een onjuist gebruik kan de grip van de bout verminderen. Voorkom persoonlijk letsel of materiële schade: de montagegaten MOETEN
tot een diepte van 89 mm (3½ inch) worden geboord met behulp van een boorkop van 5,5 mm (7/32 inch).
4
Begin met de bouten [05] aan de scharnierkant. Laat circa 13 mm (1/2 inch) ruimte vrij van de kop van de bout tot de wand.
5
Hang de combinatie van de zwenkarm en het rek aan de bouten [05].
6
Schuif de U-vormige borgschijfjes [06] op de bouten [05].
7
Draai de bouten [05] alleen vast tot de borgschijfjes [06] stevig tegen de wandarm [01] zitten.
LET OP:
Een onjuist gebruik kan de grip van de bout verminderen. Voorkom persoonlijk letsel of materiële schade: draai de bouten [05] NIET
te strak.
8
Boor door de bovenste sleuven van de wandarmen [01] tot het midden van de volgende drager.
LET OP:
Een onjuist gebruik kan de grip van de bout verminderen. Voorkom persoonlijk letsel of materiële schade: de montagegaten MOETEN
tot een diepte van 89 mm (3½ inch) worden geboord met behulp van een boorkop van 5,5 mm (7/32 inch).
9
Draai de bouten [05] alleen vast tot de borgschijfjes [07] stevig tegen de wandarm [01] zitten.
LET OP:
Een onjuist gebruik kan de grip van de bout verminderen. Voorkom persoonlijk letsel of materiële schade: draai de bouten [05] NIET
te strak.
zie pagina 5
35