Functies – instellingen via DIP-schakelaars
COM 1 + COM 2
DIP 1
Normaal bedrijf / testmodus (NORM / TEST)
De testmodus op de aanwezig-
heidsmelder heeft voorrang
op alle andere instellingen en is
bedoeld om de werking en het
registratiebereik te controleren.
De aanwezigheidsmelder
DIP 2
Halfautomatisch (MAN) / volautomatisch (AUTO)
Halfautomatisch: (MAN)
De verlichting gaat alleen maar
automatisch uit. Het inschakelen
gebeurt met de hand, licht moet
Volautomatisch: (AUTO)
De verlichting schakelt afhankelijk
van de lichtsterkte en aanwezig-
heid automatisch aan en uit. De
verlichting kan altijd met de hand
worden in- of uitgeschakeld. Het
DIP 3
Toets/schakelaar
Deelt de sensor mee hoe het
ontvangen signaal geïnterpre-
teerd moet worden. Door het
koppelen van externe toetsen/
schakelaars kan de melder als
halfautomaat worden gebruikt
en kan altijd met de hand wor-
den ingegrepen.
DIP 4
Toets ON/ON-OFF
Op de positie ON-OFF kan de
verlichting altijd met de hand
in- en uitgeschakeld worden
(uitzondering impulsmodus:
geen handmatig UIT).
DIM
DIP 5
Constante verlichting ON/OFF
Zorgt voor een gelijkblijvende
lichtsterkte. Een melder meet het
aanwezige daglicht en schakelt
procentueel kunstlicht in om de
schakelt, onafhankelijk van de
lichtsterkte, bij beweging in de
ruimte de verlichting gedurende
een nalooptijd van ca. 8 sec. in
(blauw led-lampje knippert bij
registratie). Bij normaal bedrijf
met de knop worden aange-
vraagd en blijft voor de op
de potentiometer ingestelde
schakelautomatisme wordt hierbij
tijdelijk onderbroken. Onafhanke-
lijk van de ingestelde waarde blijft
het licht wanneer met de hand op
de toets werd gedrukt 4 uur AAN
■
Naar keuze werking met toets
of schakelaar
■
Meerdere toetsen op een
regelingang mogelijk
■
Druktoets met verlichting
alleen gebruiken met nul-
draadaansluiting
Op de positie ON is handmatig
uitschakelen niet meer mogelijk.
Bij iedere druk op de toets wordt
de nalooptijd opnieuw gestart.
gewenste lichtsterkte te berei-
ken. Wanneer het daglichtper-
centage verandert, wordt ook
het ingeschakelde kunstlicht
- 44 -
gelden alle individueel ingestel-
de potentiometerwaarden. Ook
zonder aangesloten last kan de
aanwezigheidsmelder met be-
hulp van het blauwe led-lampje
worden ingesteld.
nalooptijd ingeschakeld
(2 x drukken / 4 uur AAN).
(2 x drukken) of UIT (1 x drukken).
Wordt voor afloop van deze 4 uur
op de toets gedrukt, schakelt de
Presence Control IR Quattro over
op de normale sensormodus.
■
Kabellengte tussen sensor en
schakelaar < 50 m
aangepast. Voor het toevoegen
van kunstlicht is naast het dag-
lichtpercentage ook de factor
aanwezigheid van invloed.