CONFIGURATIE VAN KNOPPEN
OPMERKING: controleer of de schakelaar van de handrem is uitgeschakeld voordat u de knoppen configureert.
KENMERKEN VAN CONFIGURATIE
• Vaste knoppen die niet geconfigureerd kunnen worden (standaard):
L1 / 5 / LB / L, L2 / 7 / LT / ZL, R1 / 6 / RB / R, R2 / 8 / RT / ZR.
• Pedalen en hendels die geconfigureerd kunnen worden (personaliseerbaar): Linker versnellingshendel, rechter versnellings-
hendel, handrem, koppelingspedaal, rempedaal en gaspedaal.
METHODE OM KNOPPEN TE CONFIGUREREN
1. Eenmaal snel op de knop 'PROG' drukken, de rode led gaat snel knipperen
2. Eenmaal op 'het pedaal of de hendel' drukken die u wilt configureren, de rode led gaat langzaam knipperen
3. Eenmaal drukken op de 'vaste, niet-configureerbare knop' die u wilt toewijzen, de rode led blijft branden
4. De configuratie is voltooid
CONFIGURATIE VAN EEN KNOP TERUGZETTEN
1. Eenmaal snel op de knop 'PROG' drukken, de rode led gaat snel knipperen
2. Eenmaal op het pedaal of de hendel drukken die u wilt terugzetten, de rode led gaat langzaam knipperen
3. Opnieuw drukken op het pedaal of de hendel die u wilt terugzetten naar de fabrieksinstelling, de rode led blijft vast
branden.
4. Het terugzetten is voltooid.
TERUGZETTEN NAAR FABRIEKSINSTELLINGEN
1. Eenmaal snel op de knop 'PROG' drukken, de rode led zal snel knipperen.
2. De knop 'OPTIONS' 7 seconden ingedrukt houden tot de rode led blijft branden.
3. Het proces is voltooid. Alle configuraties van knoppen, pedalen, hendels en de gevoeligheid van het stuurwiel worden
teruggezet op Hoog niveau.
CONFIGURATIE VAN KNOPPEN VERLATEN
Opties om de configuratie van knoppen te verlaten na stap 1 van de 'Configuratiemethode':
a. Nogmaals drukken op de knop 'PROG' om de sequentie van de configuratie te verlaten
b. Geen enkele andere knop, hendel of pedaal indrukken gedurende 10 seconden, dan wordt de configuratiemodus auto-
matisch verlaten
OPMERKING: deze methoden elimineren de vorige configuratie niet.
CONFIGURATIE VAN DE GEVOELIGHEID VAN HET STUURWIEL
U kunt de gevoeligheid selecteren die het best bij uw rijstijl past.
U kunt kiezen tussen Laag, Gemiddeld en Hoog (standaard). Hoog = krachtig en snel draaien. Laag = zacht en geleidelijk
draaien.
70
/ 1 / X / Y,
/ 3 / B / A,
/ 4 / Y / X,
/ 2 / A / B,