36
De borgpen om de bekkencapaciteit in te stellen moet altijd geborgen worden met de
veiligheidspin.
De last moet altijd langzaam, voorzichtig en dicht bij de grond verplaatst worden.
Het begeleiden en bedienen van het hijshulpmiddel is alleen toegestaan met behulp van het
handvat. Gevaar voor letsel!
Het is belangrijk dat bij het neerzetten van de last de haak van de takel niet op het
hijshulpmiddel drukt. Door het gewicht van de haak kan het hijshulpmiddel zich openen.
Alleen kraanhaken met veiligheidskleppen mogen worden gebruikt.
Het ophangoog van het hijshulpmiddel moet genoeg ruimte in de kraanhaak hebben en vrij
kunnen bewegen.
Bij defecten moet het hijshulpmiddel meteen buiten gebruik gesteld worden.
I
G
NCORRECT
EBRUIK
(incomplete lijst)
De capaciteit (WLL) mag niet worden overschreden.
Er mogen alleen lasten worden opgepakt die binnen het grijpbereik vallen.
Elke verandering aan het hijshulpmiddel is verboden.
Het is verboden om het hijshulpmiddel te gebruiken voor het vervoer van personen.
Tijdens het verplaatsen van de last mag deze niet slingeren (fig. 1) of in contact komen met
andere objecten.
Met het hijshulpmiddel mag maar één last per keer worden getransporteerd.
Het is verboden om zijdelingse krachten op het hijshulpmiddel uit te oefenen.
©
2016 Columbus McKinnon Industrial Products GmbH