de twee batterijen in de juiste richting aan (zie het symbool
in het batterijencompartiment (E)).
• Nieuwe batterijen (Energizer) zijn goed voor circa 300
metingen.
•
Werp lege batterijen altijd weg. Werp ze niet weg met
het gewone huishoudelijke afval, maar breng ze naar
een inzamellocatie of naar uw verkoper.
Belangrijke regels om uw bloeddruk juist te
meten
De resultaten zijn alleen betrouwbaar als u het apparaat juist
hanteert.
• Meet uw bloeddruk altijd op hetzelfde tijdstip (liefst 's
morgens) en onder dezelfde omstandigheden.
• 30 minuten voordat u uw druk opneemt, mag u niet roken
en geen koffie of thee gebruiken.
• Doe u horloge en sieraden af voordat u het apparaat op
de meetarm aanbrengt.
• Tijdens de meting moet u zitten, u ontspannen, niet bewegen
(houd met name de hand en vingers van de meetarm stil),
u niet verplaatsen en niet spreken.
• Houd het apparaat tijdens de meting op dezelfde hoogte als
uw hart.
• Wacht circa drie minuten voordat u een meting herhaalt.
Een meting nemen
Voer de volgende instructies uit om uw bloeddruk betrouwbaar
te meten. Breng het manchet aan rond de linkerpols wanneer u
een meting uitvoert. U kunt het apparaat ook om de rechterpols
aanbrengen.
1. Plaats de monitor op de dunne zijde van uw ontblote
onderarm. De monitor moet daarbij omhoog wijzen.
2.0 cm
Plaats het apparaat op 2 cm van de lijn van uw handpalm.
2. Bevestig het manchet rond uw pols. Zorg dat het manchet
stevig vastzit.
3. Druk op de rode aan-/uitknop (C).
138
4. Plaat de hand met het apparaat op de andere bovenarm,
zoals geïllustreerd. Verplaats de hand langzaam omhoog
langs de bovenarm. Kijk naar het positioneringssysteem
(A) en verplaats uw hand omhoog of omlaag volgens de
richting die de pijl aangeeft.
5. Als uw pols zich op de juiste plaats bevindt, wordt het groene
armsymbool weergegeven met een zwarte rand en hoort u
"PIEP PIEP PIEP PIEP". Onmiddellijk na de vier pieptonen wordt
het manchet automatisch opgeblazen en start de bloeddruk-
meting. Als de meting is voltooid, verschijnt de meetwaarde
op het lcd-scherm en tegelijkertijd klinkt er een lang piepend
geluid om de gebruiker te waarschuwen dat de meting is
voltooid.
Boven: systole
Midden: diastole
Onder: polsslag
Als de meetpositie onjuist is, start de meting niet. Een meting
kan daarom niet verkeerd of onprecies zijn.
Het apparaat brengt een snelle reeks pieptonen voort als de
positionering onjuist is. Verplaats uw arm omhoog of omlaag
volgens de richting van de pijl op het scherm.
Als uw pols zich op de juiste hoogte ten opzichte van uw hart
bevindt, wordt dat op het scherm aangegeven en start de
meting.
Meetarm: als u pols lager gepositioneerd is dan uw hart, ziet het
scherm eruit zoals geïllustreerd en hoort u :"PIEP PIEP PIEP PIEP".
Als u pols hoger gepositioneerd is dan uw hart, ziet het scherm
eruit zoals geïllustreerd en hoort u :"PIEP PIEP PIEP PIEP".
Als het positioneringssysteem is uitgeschakeld, worden er geen
waarschuwingssignalen afgegeven voorafgaand aan de meting.
139