• Naaldsonde
Als deze sonde een storing heeft, wordt op het display het
label AL2 weergegeven. De regeneratie-/onderhoudscyclus
wordt geblokkeerd, als het een temperatuurcyclus was. De zo-
emer klinkt intermitterend (drie seconden klinkt een pieptoon
afgewisseld met tien minuten pauze). Als de cyclus die bezig
was er een met tijdsinstelling was, dan wordt geen signalering
gegeven. Een willekeurige toets stopt de zoemer. Het alarm
verdwijnt als de alarmconditie verdwijnt.
14 VERVANGING VAN ONDERDELEN
AANWIJZINGEN VOOR DE VERVANGING VAN ONDER-
DELEN.
• Schakel de elektrische voeding van het apparaat uit (indien
aanwezig), alvorens enige handeling te verrichten.
• Controleer telkens wanneer er een onderdeel van het gascir-
cuit vervangen is of er geen lekken zijn op de verbindingspun-
ten met het circuit zelf.
• Controleer na de vervanging van een onderdeel van het
elektrische circuit of de verbinding met de bedrading in orde
is.
• Wees voorzichtig bij het vervangen van de stralingselemen-
ten, en bijzonder goed op hij het hanteren en terugplaatsen
van de onderdelen.
Vervanging van de bedrijfsthermostaat
• Demonteer het bedieningspaneel.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
Vervanging van de veiligheidsthermostaat
• Verwijder het achterpaneel van het apparaat.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
15 REINIGING VAN DE INWENDIGE DELEN
• Controleer de conditie van de inwendige delen van het ap-
paraat.
• Verwijder eventuele vuilafzettingen.
• Controleer het dampafvoersysteem en maak het schoon.
16 BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
• Regelthermostaat
• Verwarmingselement
• Veiligheidsthermostaat
9