NL
portleiding raakt, moet het betreffende nuts-
bedrijf onmiddellijk op de hoogte worden ge-
bracht.
■
Houd ook altijd rekening met eigendommen
van derden, dieren en overige voorwerpen.
Geen van deze mogen zich binnen de geva-
renzone bevinden. In het geval toch ergens
schade is toegebracht, moet de eigenaar on-
middellijk op de hoogte worden gebracht.
■
De veilige afstand ten opzichte van andere
werkplekken of voorwerpen dient minstens
2½-keer de boomlengte te bedragen.
■
De valrichting van de boom beoordelen.
Bepalend voor de valrichting van de boom
zijn:
■
de natuurlijke stand van de boom
■
de lengte van dikkere takken
■
de hoogte van de boom
■
eenzijdige groei van takken
■
horizontale of hellende ondergrond
■
asymmetrische groei, houtschade
■
windrichting en windsnelheid
■
sneeuwbelasting
■
Op een hellende ondergrond altijd boven de
valrichting van de boom blijven werken.
■
Controleren dat zich op de eerder bepaalde
vluchtweg geen hindernissen bevinden. De
vluchtweg moet ca. 45° schuin achterwaarts
van de valrichting lopen (19).
■
De stam moet vrij zijn van begroeiing, takken
en vreemde voorwerpen (zoals vervuiling,
stenen, losse boomschors, spijkers, klem-
men, draad etc.).
Om een boom te kappen moeten er een valkerf
en een velsnede worden aangebracht.
1. Bij zagen van de valkerf en bij in stukken za-
gen van de boomstam de aanslagkam veilig
aanbrengen tegen het te verzagen hout.
2. De valkerf (20/C) wordt eerst horizontaal en
vervolgens van bovenaf schuin in een hoek
van minstens 45° ingezaagd. Hierdoor wordt
voorkomen dat de kettingzaag vastklemt bij
het uitzagen van de tweede inkeping. De val-
kerf moet zo mogelijk nabij de bodem en in
de gewenste valrichting (20/E) worden aan-
gebracht. De diepte van de kerf moet ca. 1/4
van de stamdikte bedragen.
3. De velsnede (20/D) tegenover de valkerf
exact horizontaal inzagen. De velsnede moet
op een hoogte van 3-5 cm boven het horizon-
tale vlak van de valkerf worden ingezaagd.
62
4. De velsnede (20/D) zo diep inzagen dat er
een breuklijst (20/F) van minstens 1/10 van
de stamdikte tussen de valkerf (20/C) en de
velsnede (20/D) overblijft. Deze breuklijst
voorkomt dat de boom gaat draaien en in de
verkeerde richting valt. Zodra de velsnede
(20/D) de breuklijst (20/F) nadert moet de
boom beginnen te vallen. Zaag de breuklijst
niet door!
Als de boom gaat vallen tijdens het zagen:
■
Als de boom mogelijk in de verkeerde
richting zal vallen of terug helt en de ket-
tingzaag vastklemt, moet de velsnede
worden afgebroken. Sla wiggen uit hout,
kunststof of aluminium in om de zaags-
nede te openen en de boom in de ge-
wenste richting te laten vallen.
■
De kettingzaag direct uit de zaagsnede
trekken, uitschakelen en wegleggen.
■
Weglopen via de vluchtroute.
■
Opletten voor neervallende takken en
twijgen.
5. Als de boom blijft staan deze door het inslaan
van wiggen in de velsnede gecontroleerd ten
val brengen.
Opmerking: Er mogen uitsluitend wiggen
van hout, kunststof of aluminium worden ge-
bruikt.
6. Na afloop van de zaagwerkzaamheden direct
de gehoorbescherming afnemen en letten op
signalen of waarschuwend geroep.
Insteek-, langs- en hartsneden moeten alleen
worden uitgevoerd door ervaren of opgeleide per-
sonen (20).
GEVAAR! Levensgevaar door vallende
boom! Wanneer het niet mogelijk is terug te wij-
ken wanneer een boom omvalt, kan dit leiden tot
ernstig tot zelfs dodelijk letsel!
■
Pas met de kapwerkzaamheden beginnen
nadat een hindernisvrije vluchtroute vanaf de
vallende boom is gewaarborgd.
GEVAAR! Levensgevaar door ongecon-
troleerd vallende boom! Een ongecontroleerd
vallende boom kan ernstig of dodelijk letsel ver-
oorzaken!
■
Om te zorgen dat de boom gecontroleerd
valt, moet een breuklijst blijven staan tussen
de velsnede en de valkerf; de breedte hier-
van moet ca. 1/10 zijn van de stamdikte.
■
Bij wind geen kapwerkzaamheden uitvoeren.
EKS 2000/35 | EKS 2400/40 | EKI 2200/40
Werkhouding en werktechniek