AANSLUITEN VAN DE EFFECTOR EN ANDERE APPARATUUR OP DE UITGANGEN
Hoofduitgang
Er is een XLR-type gebalanceerde uitgang MASTER 1 en een RCA-
type ongebalanceerde uitgang MASTER 2. Stel het uitgangs-
niveau met de MASTER ATT. regelaar in overeenkomstig de
ingangsgevoeligheid van de aangesloten eindversterker.
Cabinemonitor-uitgang
Ongebalanceerde uitgang geschikt voor een Ø6,3 mm klinkstekker.
Het volume kan worden geregeld met de BOOTH MONITOR regelaar
(LEVEL), ongeacht de instelling van de MASTER fader.
Opname-uitgang
Uitgangsaansluitingen voor opnemen, geschikt voor RCA-stekker.
Digitale uitgang
Coaxiale digitale uitgangsaansluitingen, geschikt voor RCA-
stekker. De bemonsteringsfrequentie kan worden ingesteld
overeenkomstig het aangesloten apparaat (96 kHz/48 kHz).
Eindversterker
(RCA-stekker
ingangsaansluiting)
MASTER
R
L
OUTPUT
3
COLD
2
GND
HOT
POWER
OFF
ON
L
MASTER 1
R
AC IN
DIGITAL OUT
fs(Hz)
48k
96k
48k/96k
Eindversterker
(XLR-stekker
ingangsaansluiting)
MIDI-AANSLUITINGEN
MIDI (digitaal interface voor muziekinstrument) is een gemeenschappelijke norm voor het overbrengen van gegevens tussen elektrische
muziekinstrumenten en computers.
De gegevens kunnen met behulp van een MIDI kabel worden overgebracht tussen apparaten die zijn uitgerust met MIDI aansluitingen.
De DJM-1000 kan via het MIDI protocol bedieningsgegevens zenden naar externe MIDI apparaten.
DJM-1000 bediening
Bediening van de kruisfader
* 0-127 MIDI gegevens worden uitgevoerd via bediening van de kruisfader.
* Bij gebruik van de visuele linkfunctie wordt er geen MIDI data uitgevoerd.
Cassettedeck enz.
(opname-apparaat met analoge
ingang)
ATT.
L
R
SIGNAL GND.
MASTER ATT.
6
5
0dB
1
–3dB
–6dB
PHONO
CD / LINE
PHONO
CD / LINE
–12dB
MASTER 2
REC
L
L
L
R
R
R
L
BOOTH
(TRS)
SUBMIC
SUBMIC
R
CONTROL
DIGITAL
CONTROL
DIGITAL
AV-versterker met
digitale ingang
(opname-apparaat met
digitale ingang)
MIDI bedieningscode
CC11
Externe effector
Gebruik een kabel met Ø6,3 mm klinkstekkers om de SEND
aansluitingen van het DJ-mengpaneel te verbinden met de
ingangsaansluitingen van een externe effector. Bij gebruik van een
effector met een mono-ingang dient u alleen de L-kanaal uitgang aan
te sluiten. In dit geval zal het gemengde L/R audiosignaal naar de
effector worden gestuurd.
Gebruik ook een kabel met Ø6,3 mm klinkstekkers om de RETURN
aansluitingen van het DJ-mengpaneel te verbinden met de
uitgangsaansluitingen van de externe effector.
Als de effector alleen een mono-uitgang heeft, dient alleen de L-
kanaal ingang te worden aangesloten. In dit geval zal het signaal van
de effector naar de L/R kanalen worden gestuurd.
INPUT
SIGNAL GND.
4
3
2
PHONO
CD / LINE
PHONO
CD / LINE
PHONO
CD / LINE
L
L
R
R
L
L
L
(MONO)
(MONO)
(MONO)
LINE
LINE
LINE
R
R
R
CONTROL
DIGITAL
CONTROL
DIGITAL
CONTROL SOUND 2
Eindversterker
(voor cabinemonitor)
MIDI bedieningsnaam
Expressie
VOOR GEBRUIK (AANSLUITINGEN)
Externe effector (2)
SIGNAL GND.
1
2
SEND
1
PHONO
CD / LINE
L
MIDI OUT
(MONO)
L
L
R
R
R
L
L
(MONO)
(MONO)
VISUAL
LINE
R
R
2 RETURN 1
EFX 2
EFX 1
CONTROL SOUND 1
Externe effector (1)
MIDI kanaal
1
71
<DRB1372>
Du