Bediening - Briggs & Stratton 2691691-00 Manual Del Operario

D Toerentalregeling - regelt het
toerental van de motor
E PTO-schakelaar - schakelt
maaibladkoppeling in en uit
F Uurmeter
G Ontgrendelingshendels van
transmissie - ontgrendelt
transmissie zodat de machine vrij
kan rollen
H Dop brandstoftank
I Bestuurdersstoel aanpassen
J Linker snelheidsregelhendel - regelt
snelheid en richting van linkerwiel

Bediening

Motorstart
Choke aan (gesloten)
- Alleen op Briggs-
motoren
Motortoerental snel
Motortoerental
langzaam
PTO ingeschakeld
- trek schakelaar
omhoog
Geeft het totaalaantal
bedrijfsuren aan
Zie De machine met
de hand duwen
Draai de dop naar
links om deze te
verwijderen
Zie Stoel aanpassen
Versnellen rijsnelheid
vooruit - duw hendel
naar voren
Neutraal - laat hendel
los
Motorstart - duw
hendel naar buiten
Versnellen rijsnelheid
achteruit - trek hendel
naar achteren
Bedieningsgebied
1. Zorg dat u het gebied waar u de maaier wilt gaan
gebruiken goed kent.
2. Zorg ervoor dat het gebied vrij is van ongewenst
materiaal dat kan worden opgepakt door de bladen en
worden weggegooid.
GEVAAR
Deze machine kan voorwerpen opwerpen die verwondingen
bij omstanders of schade aan gebouwen kunnen
veroorzaken.
• Gebruik de maaier niet als de volledige
grasopvangzak, de afvoerbeschermkap of andere
veiligheidsvoorzieningen niet zijn aangebracht en
correct functioneren. Controleer regelmatig op tekenen
van slijtage of schade en vervang onderdelen indien
nodig.
• Zorg dat het te maaien gebied vrij is van objecten die
kunnen worden opgeworpen of die van invloed kunnen
zijn op de werking van de maaier.
3. Rij de maaier naar buiten voordat u de motor start.
WAARSCHUWING
Motoren stoten koolmonoxide uit: een geurloos,
kleurloos, giftig gas. Het inademen van koolmonoxide kan
misselijkheid, flauwvallen of de dood veroorzaken.
4. Let op alle hellingen.
GEVAAR
Maaien op hellingen of vlak bij water kan leiden tot verlies
van controle en kantelen.
• Vermijd het afrijden van hellingen; indien mogelijk
hellingen oprijden.
• Verminder snelheid en wees voorzichtig op hellingen.
• Niet gebruiken op hellingen van meer dan 10 graden
(dit is een verhoging van 3,5 voet over een lengte van
20 voet).
• Niet gebruiken op hellingen in de richting van of in de
buurt van water, keermuren of greppels.
• Houd een ruimte aan van minimaal twee maaiers
rondom water, muren of het einde van hellingen.
• Maai niet als het gras nat is.
• Gebruik de machine niet onder omstandigheden waar
tractie, besturing of stabiliteit onzeker is. Banden
kunnen wegglijden, zelfs als de wielen gestopt zijn.
• Start of stop NIET op een helling.
• Verander niet plots van snelheid of richting.
• Draai langzaam en geleidelijk.
• Wees voorzichtig bij het bedienen van een machine met
een grasvanger of andere accessoire(s). Deze kunnen
de stabiliteit van de machine beïnvloeden.
• Houd u aan de aanbevelingen van de fabrikant inzake
de gewichtslimieten voor aanhanguitrusting en het
trekken op hellingen. Zie Aanhanguitrusting.
141