Niet-Reglementair Gebruik; Principiële Veiligheidsinstructies - Forch 5400 3700 Manual Del Usuario

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 57
Solderen en verwarmen maat 4 t/m 8
Vlamstralen branderbreedte 50 – 250mm
2.1.1 Verbrandingsgassen
Voor verschillende procedures bij autogeen lassen kunnen verschillende verbrandingsgassen of ook slechts
één verbrandingsgas worden gebruikt
Lassen
Acetyleen (A)
Snijbranden
Acetyleen (A), propaan (P), aardgas (M), waterstof (H), methylacetyleen-
Verwarmen
propadieen-mengsels
Solderen
Vlamstralen
Als kleurmarkeringen worden gebruikt, geldt het volgende:
Blauw = zuurstof
Rood = verbrandingsgas
Zwart = perslucht
M.b.t de bruikbaarheid van de brander voor meerdere verbrandingsgassen draagt deze alle letters van de
gassen.
Daarvan afwijkend kunnen sommige gereedschappen met een letter "F" zijn gemarkeerd. De bedrijfsdata
bevatten details over verbrandingsgassen.
Het gebruikte verbrandingsgas wordt in de brander met zuurstof gemengd. Voor de procedures verwarmen en
solderen kan ook perslucht worden gebruikt. Dit is alleen toegestaan als het brandervoorstuk ook voor
perslucht gemarkeerd is.
Slechts die verbrandingsgassen mogen worden gebruikt waarvoor het brandervoorstuk gemarkeerd is. Het
optioneel gebruik van verschillende verbrandingsgassen met hetzelfde brandervoorstuk is alleen toegestaan
als het mengsel van het verbrandingsgas met zuurstof of lucht binnen de branderkop gebeurt (gasmengende
kop). Daarbij moet worden gelet op de markering van de gassoort op de branderkop.
2.1.2 Gecombineerde branders mogen slechts voor die procedure worden gebruikt waarvoor het
desbetreffende brandervoorstuk bedoeld is.

2.2 Niet-reglementair gebruik

Het is bijvoorbeeld niet toegestaan om met snijbrander-voorstukken te lassen of om met lasbrander-voorstuk-
ken te snijden (terugslaggevaar). Er mogen slechts handgrepen en voorstukken van hetzelfde merk en van
hetzelfde type worden gebruikt. Het bewerken van niet-metaal werkstoffen is slechts met warmbranders
toegestaan.
In geval van twijfel producent raadplegen. De branders mogen niet voor het omgieten van gassen of voor het
afblazen worden gebruikt. De branders zijn niet geschikt voor het gebruik met gassen in de vloeistoffase.
3. Principiële veiligheidsinstructies
3.1 Alle met
gekenmerkte punten gelden als speciale veiligheidsinstructies.
! 3.2 Dit gereedschap (las- en snijbrander) voldoet aan de stand en de erkende regels van de techniek
alsook de vereisten van de bestaande norm (DIN ISO 5172).
! 3.3 Zonder toestemming van de producent mogen geen wijzigingen of verbouwingen aan het gereed-
schap worden uitgevoerd.
! 3.4 Bij niet-vakkundig en niet-reglementair gebruik kunnen gevaren voor de gebruiker en anderen al-
sook beschadigingen van het gereedschap ontstaan.
! 3.5 Het gebruik van autogene branders, verbrandingsgassen en zuurstof vereist vakkennis en het na-
leven van deze gebruikershandleiding. Een opleiding of veiligheidsinstructie van de gebruikers is nood-
zakelijk (zie hoofdstuk 0.1).
! 3.6 Voor ingebruikname moet op mogelijke gevaren op de werkplek worden gelet.
Bijvoorbeeld brandgevaar door licht ontvlambare stoffen, gassen of vloeistoffen. Bij het verwarmen
moet ermee rekening worden gehouden dat de warmte die ontstaat zich uitbreidt oftewel opstijgt.
Evtl. moet warmtegeleidend materiaal gekoeld worden. Verbrandingsgas- of zuurstofmengsels niet on-
ontstoken uit de brander laten stromen.
! 3.7 Na te leven voorschriften en normen
DIN ISO 5172
DIN EN 559
DIN EN 560
DIN EN 561
DIN EN 730
DIN EN 731
DIN EN 8541
UVV Sauerstoff (Duitse veiligheidsvoorschriften voor zuurstof)

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido