5.2.2 Onttrekking van verbrandingsgas
Bij het onttrekken van verbrandingsgas uit een distributieleiding is het gebruik van veiligheidsvoorzieningen
volgens DIN EN 730 noodzakelijk. Bij het onttrekken uit aparte flessen kan het gebruik van veiligheidsvoorzie-
ningen noodzakelijk zijn.
5.2.3 Keuze maken van het in de handgreep te monteren voorstuk. Bij de keuze is de geplande werkzaamheid
zoals lassen, solderen, verwarmen, vlamstralen of snijbranden alsook de materiaaldikte of de grootte van het
werkstuk doorslaggevend. Bij de montage van het voorstuk in de handgreep moet op schone, onbeschadigde
onderdelen en pakkingen worden gelet.
De aansluitmoer moet middels montagesleutel met de hand goed worden aangetrokken.
5.3 Lassen, verwarmen, solderen, vlamstralen
5.3.1 Instellen van de werkdrukken
Klep voor zuurstof- en verbrandingsgas aan de handgreep vooralsnog gesloten houden.
Fleskleppen c.q. onttrekkingskleppen (distributieleiding) langzaam openen, werkdrukken aan beide
drukregelaars volgens aanwijzingen op het voorstuk en volgens tabel instellen.
5.3.2 Ontsteken en doven van de vlam
Instelklep voor zuurstof aan de handgreep volledig openen. Klep voor verbrandingsgas aan de handgreep
weinig openen.
Stromend gasmengsel ontsteken. Daarna evtl. werkdrukken aan de drukregelaar bijstellen. Vlammen van
boven naar beneden:
-neutrale vlam
-vlam met zuurstof-overschot
-vlam met acetyleen-overschot
5.3.3 Buitengebruikstelling
Bij het uitzetten van de brander is de procedure omgekeerd als bij het ontsteken.
Eerst instelklep voor verbrandingsgas aan de handgreep sluiten.
Bij langere onderbrekingen van de werkzaamheden ook kleppen aan de fles- c.q. ontrekkingsbron
(distributieleiding) afsluiten.
Daarna drukregelaar door uitdraaien van de stelschroef ontspannen.
Uitgangsklep van de drukregelaar sluiten.
5.4 Snijbranden
5.4.1 Mondstuk voor snijbranden volgens dikte van het werkstuk kiezen en in de branderkop gasdicht
schroeven. Daarvoor geschikte montagesleutel gebruiken. Aan de vlaktes van de branderkop tegenhouden.
Slechts schone, onbeschadigde mondstukken voor snijbranden gebruiken. Let op foutloze dichtvlaktes aan
mondstuk en branderkop. Evtl. branderwagen aan de branderkop bevestigen en daarbij afstand van het
mondstuk tot oppervlakte van het werkstuk volgens tabel instellen.
5.4.2 Instellen van de werkdrukken
Klep voor zuurstof- en verbrandingsgas aan de handgreep gesloten houden. Fleskleppen c.q.
onttrekkingskleppen (distributieleiding) langzaam openen.
Afsluiter aan de drukregelaars openen.
Werkdrukken aan beide drukregelaars volgens aanwijzingen op het voorstuk en volgens tabel instellen.
5.4.3 Ontsteken en instellen van de vlam
Zuurstofklep aan de handgreep volledig openen. (Klep voor vlamzuurstof aan het snij-voorstuk weinig
openen), dan klep voor verbrandingsgas aan de handgreep weinig openen.
Stromend gasmengsel meteen ontsteken. Vlam door bijstellen van de kleppen voor vlamzuurstof en
verbrandingsgas neutraal instellen (als lasvlam). Klep voor snijzuurstof volledig openen, evtl. zuurstofdruk
bijstellen (zie tabel). Vlam neutraal instellen.
Klep voor snijzuurstof weer sluiten.
5.4.4 Aansnijden
Brander in aansnij-stand plaatsen en met verwarmingsvlam werkstuk plaatselijk tot ontstekingstemperatuur,
ongeveer lichtrood, verwarmen.
Let op: Materiaal niet lossmelten! Dan klep voor snijzuurstof openen en brander in snijrichting bewegen.
5.4.5 Snijsnelheid
De juiste snijsnelheid herkent u aan het vrijkomen van slak, aan de loodrechte vonkenregen en aan het
snijgeluid.
correct
te traag
te snel
5.4.6 Uitzetten van de snijbrander
Eerst klep voor snijzuurstof aan het snijvoorstuk, dan regelklep voor verbrandingsgas aan de handgreep en
regelklep voor zuurstof aan de handgreep sluiten. Bij langere onderbrekingen van de werkzaamheden ook