4. AFVOERLEIDING
4.1. ALGEMEEN
LET OP:
- Maak geen helling omhoog of verhoging voor de
afvoerleiding, omdat dan afvoerwater terugvloeit in de
unit en water in de ruimte lekt wanneer de unit wordt
uitgeschakeld.
Fout: helling omhoog
Fout: gedeelte loopt omhoog
- Sluit de afvoerleiding niet aan op rioolleidingen of
andere afvoerleidingen.
- Wanneer de gemeenschappelijke afvoerleiding wordt
aangesloten op andere binnenunits, moet de
aansluitpositie van elke binnenunit hoger liggen dan
de gemeenschappelijke leiding. De leiding van de
gemeenschappelijke afvoerleiding moet groot genoeg
zijn voor de grootte van de unit en het aantal units.
Helling naar beneden van
1/25~1/100
Gemeenschappelijke afvoerleiding
- De afvoerleiding moet worden geïsoleerd als de
afvoer wordt geïnstalleerd op een locatie waar
condens kan vallen dat zich heeft gevormd op de
buitenkant van de afvoerleiding en schade kan
veroorzaken.
4.2. AANSLUITING DRAINAGELEIDING
1. De afvoerleiding wordt normaal gesproken aangesloten
aan de rechterkant, gezien vanaf de uitlaatroosters. U
kunt de leiding echter ook aan de linker- of de
achterkant aansluiten.
Aansluiting afvoerleiding
voor vinyl buis (VP16)
2. Wanneer de afvoerleiding aan de linkerkant wordt
aangesloten, verwijdert u het kapje van de linkeraf-
voerleiding en zet u dit kapje op de rechteraf-voerleiding
om de richting van de aansluiting van de afvoerleiding
van rechts naar links te veranderen.
Aansluiting van afvoerleiding wijzigen
All manuals and user guides at all-guides.com
FOUT
Aansluiting van afvoerleiding
GOED
Omtrek van de unit
Ø 65 gat voor
115
aansluiting
achterzijde voor
bedrading en
leidingen
800
De afvoerleiding moet zodanig zijn geïsoleerd dat
geen dampen kunnen ontsnappen en dat er geen
condens wordt gevormd. Naast de binnenunit moet
een aftaphevel worden geplaatst.
- Deze hevel moet op basis van goede ervaringen
worden ontworpen en gecontroleerd met water
(gevuld) en getest op een juiste doorvoer. Bind of
klem de afvoerleiding niet samen met de
koelmiddelleiding.
OPMERKING:
Installeer de afvoer in overeenstemming met de
nationale en lokale bepalingen.
Nadat u de afvoerleiding en de elektrische bedrading
heeft aangelegd, controleert u of de waterdoorvoer
probleemloos verloopt aan de hand van de volgende
procedure:
Unit controleren zonder afvoermechanisme
Giet ongeveer 1,8 liter water in het afvoergedeelte.
-
Controleer of het water gelijkmatig stroomt en of er geen
-
water lekt. Wanneer u geen water vindt aan het eind van
de afvoerleiding, giet u nogmaals ongeveer 1,8 liter water
in het afvoergedeelte.
OPMERKING:
Let op de dikte van het isolatiemateriaal wanneer u
de leiding aan de linkerkant maakt. Als het materiaal
te dik is, kunt u de leiding niet in de unit plaatsen.
3. Leg een pvc-buis met een buitendiameter van 26 mm
(VP16) klaar.
4. Sluit een afvoerleiding aan zoals in de afbeelding.
VP20
Laat de leiding niet omhoog lopen vanaf de unit.
Gebruik pvc-plakband om de afvoerleiding vast te
maken.
5. Zet de afvoerslang stevig vast met de draadklem nadat
u de afvoerleiding volledig in de afvoerslang heeft
gestoken.
6. Giet water in het afvoergedeelte en controleer of het
water gelijkmatig stroomt.
4
AFVOERLEIDING
5
Zorg voor een helling
omlaag zodat het
afvoerwater gelijkmatig
kan stromen
Gebruik plakband