Opmerking
Niet de spanbusbehuizing [16] en de
gassproeier [15] demonteren.
Bij het uitrusten van de brander met een andere
elektrodediameter, moet rekening worden gehouden
met het volgende:
▸
Spanbus [17], spanbusbehuizing [16] en elek-
trode [18] moeten dezelfde diameter hebben.
▸
De gassproeier [15] moet worden afgestemd op
de elektrodediameter.
Werkstukleiding aansluiten
▸
De werkstukleiding op de aansluitbus voor de
pluspool [4] aansluiten en de leiding door
rechtsom draaien borgen.
Massaklem bevestigen
▸
Zie "Elektrodelasprocedé".
Stroomtoevoer aansluiten
▸
Zie "Elektrodelasprocedé".
Beschermgasfles aansluiten (afb. V)
▸
De beschermgasfles [21] (bijv. met een veilig-
heidsketting) borgen.
▸
Het gasflesventiel [22] meerdere keren kort openen
voor het uitblazen van eventuele vuildeeltjes.
▸
De drukregelaar [25] aansluiten op de bescherm-
gasfles [21].
▸
De beschermgasslang [27] op de drukrege-
[25] vastschroeven en de beschermgas-
laar
[21] openen.
fles
▸
De "Gastest" starten en de gashoeveelheid instellen
met de instelschroef [26] van de drukregelaar.
▸
De gashoeveelheid wordt weergegeven op de
doorstroommeter [24].
Instellen van de beschermgashoe-
veelheid (afb. VI)
▸
Open het ventiel [20] aan de TIG-ventielbrander.
Beschermgas stroomt uit
▸
Stel de beschermgashoeveelheid met de instel-
schroef [26] van de drukregelaar in (zie tabel
richtwaarden voor stroomsterkten en gashoeveel-
heid).
Opmerking
De doorstroommeter [24] geeft de
gashoeveelheid aan, de inhoudsmano-
[23] de flesinhoud.
meter
Vlamboog ontsteken ("Lift Arc")
▸
Raak het werkstuk op de te lassen plaats kort
aan met de elektrodepunt en til de elektrodepunt
iets op: De vlamboog brandt tussen werkstuk en
elektrode.
Geoxideerde wolframelektroden (thoriumoxide, bijv.
elektrode WT 20 of ceroxide WC 20), hebben een
hoge ontsteekbaarheid en een hogere stroombelas-
tingswaarde als elektroden van puur wolfram. Bij
gelijkstroomlassen, worden doorgaans elektroden
van geoxideerde wolfram gebruikt.
Bij te lage stroomsterkten kan geen vlamboog
worden ontstoken, bij te hoge stroomsterkten smelt
de wolframelektrode weg.
Richtwaarden voor stroomsterkten
en gashoeveelheid
Wolf-
Stroomsterkte
ramelektro-
den Ø [mm]
1,0
1,6
70 – 150
2,4
150 – 250
3,2
140 – 320
Hulpparameters oproepen
▸
Kies met de toets [14] de gewenste bedrijfssoort
uit.
De LED [11], [12] of [13] brandt.
3
▸
Druk de toets [14] voor 2 seconden.
Op het 7-segment-display [7] wordt afwisselend
3
de parametercode en de bijbehorende instelwaar-
de weergegeven.
▸
Kies de gewenste hulpparameter uit door draaien
van de draaiknop [10].
Op het 7-segment-display [7] knippert de instel-
3
waarde.
▸
Stel de gewenste waarde in door draaien van de
bedieningsknop [10].
▸
Bevestig de instelwaarde door drukken van de
bedieningsknop [10].
▸
Kies de volgende hulpparameter [10] uit door
draaien van de draaiknop of verlaat de hulppara-
meters door drukken van de toets [14].
Let op !
Gashoeveel-
AC [A]
heid [l/min]
15 – 80
4
5 – 6
6 – 7
6 – 8
77