R
5 GEBRUIK VAN DE GELEIDINGSMETER
5.1 WAARSCHUWING
Laat de geleidingsmeter niet vallen.
Oefen geen overdadige krachten uit op de meter als u deze
opent (om de batterijen of de sensor te vervangen).
Oefen geen overdadige krachten uit op de sensor.
Raak de sensorcel niet aan met gereedschappen als een pincet
of pipet enz.
Meet geen vloeistofmonsters met een temperatuur boven de
40 ºC (105 °F).
Laat de meter niet in contact komen met oplosmiddelen.
Stel de geleidingsmeter niet bloot aan hoge temperaturen of een
hoge vochtigheidsgraad.
Hoewel dit product waterdicht is, moet u het niet volledig in water
onderdompelen. Haal het product uit het water en droog het af
als het per ongeluk in het water valt.
5.2 BATTERIJEN PLAATSEN
De Elcometer 138 geleidingsmeter is uitsluitend geschikt voor gebruik
met drogecel-batterijen. Twee CR2032 lithium batterijen maken
onderdeel uit van de kit.
Om batterijen te plaatsen of te vervangen
gaat u als volgt te werk:
1
Plaats de batterijen in de batterijklemmen
en neem bij het plaatsen de polariteit in
acht.
2
Om de meter weer in elkaar te zetten,
schuift u het sensorgedeelte op het huis
en drukt u beide delen voorzichtig op
elkaar tot de borgklem vastgrijpt.
Als de batterijspanning te laag is, knippert de
waarschuwingsindicator voor lage
batterijspanning. Vervang in dat geval direct
beide batterijen.
Opmerking: U dient lithium batterijen voorzichtig af te voeren om milieuverontreiniging
te voorkomen. Neem contact op met de milieuafdeling van uw gemeente
voor informatie over het inleveren. Gooi batterijen nooit in vuur.
nl-7
All manuals and user guides at all-guides.com
Batterij
Batterij-
klem
www.elcometer.com