TFA_No. 47.3006_Anleitung
24.09.2021
Draadloze regenmeter
LET OP!
• Het eigenmachtig repareren, verbouwen of veranderen van de apparaten is niet toegestaan.
• Stel de apparaten niet bloot aan extreme temperaturen, trillingen en schokken.
• Maak de apparaten met een zachte, enigszins vochtige doek schoon. Geen schuur- of oplosmiddelen gebruiken!
• Het basisapparaat is alleen geschikt voor het gebruik in ruimtes. Tegen vocht beschermen.
4. Onderdelen
Draadloze regenmeter (basisapparaat)
A: Display (Fig. 1):
A 1:
DCF radiosignaal-symbool
A 3:
Tijd met seconden
A 5:
Symbool wekalarm 1 + 2
A 7:
Datum
A 9:
Geanimeerd regensymbool (in geval van regen)
A 11: Trendpijl buitentemperatuur
A 13: MAX/MIN waarden buitentemperatuur
A 15: Batterijsymbool zender
A 17: Binnentemperatuur
A 19: Batterijsymbool basisapparaat
A 21: Symbool regenalarm
A 23: Interval neerslaghoeveelheid
B: Toetsen (Fig. 2):
B 1:
ALARM1 ON/OFF schuifschakelaar
B 3:
MODE/SET toets
B 5:
SNOOZE/LIGHT toets
B 7:
MEM toets
C: Behuizing (Fig. 2):
C 1:
Batterijvak
62
10:29 Uhr
Seite 32
A 2:
Symbool voor de zomertijd (DST)
A 4:
Snooze symbool
A 6:
Weekdag
A 8:
Schaal grafiek neerslaghoeveelheid
A 10: Grafiek neerslaghoeveelheid
A 12: Buitentemperatuur
A 14: Ontvangstsymbool temperatuursensor
A 16: Trendpijl binnentemperatuur
A 18: MAX/MIN waarden binnentemperatuur
A 20: Ontvangstsymbool regensensor
A 22: Neerslaghoeveelheid
B 2:
RAIN/ALERT toets
B 4:
HIST/UP toets
B 6:
DOWN toets
B 8:
ALARM2 ON/OFF schuifschakelaar
C 2:
Standaard
Draadloze regenmeter
D: Regen- en temperatuurzender (Fig. 3):
D 1:
Trechter
D 3:
Wip
D 5:
Meeteenheid
D 7:
2 schroefgaten voor montage
D 9:
Grendels voor de meeteenheid
5. Inbedrijfstelling
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen, eventuele beschermfolies en transportvergrendelingen.
5.1 Plaatsen van de batterijen
• Leg het basisapparaat en de zender op een afstand van ca. 1,5 meter van elkaar op een tafel. Vermijd de nabijheid tot eventuele
stoorbronnen (elektronische apparaten en radiografische installaties).
5.1.1 Regen- en temperatuurzender
• Druk beide grendels aan de zijkant van de zender naar binnen en neem de behuizing met de trechter van de basis af.
• Maak de twee binnenste grendels los en neem de meeteenheid van de basis af. Het batterijvak bevindt zich aan de onderzijde. Plaats
twee nieuwe batterijen 1,5 V AA in het batterijvak. Let op de juiste polariteit bij het plaatsen van de batterijen (zie markering +/-).
• Zet alle onderdelen weer in elkaar. De grendels liggen op de juiste manier in de houders, als je een klik hoort.
5.1.2 Basisapparaat
• Open het batterijvak van het basisapparaat en plaats er twee nieuwe batterijen 1,5 V AA in. Let op de juiste polariteit (zie markering +/-).
• U hoort een signaal en alle segmenten van het scherm verschijnen kort.
• De binnentemperatuur verschijnt op het display.
5.2 Ontvangst van de buitenwaarden
• Na het plaatsen van de batterijen worden de meetgegevens van de zender naar het basisapparaat gestuurd.
• Het basisapparaat probeert 3 minuten de buitenwaarden van de zender te ontvangen. De ontvangstsymbolen voor de temperatuur-
sensor en de regensensor knipperen. Zodra het basisapparaat de buitenwaarden heeft ontvangen, worden de waarden permanent
weergegeven.
• De buitentemperatuur verschijnt op het display.
• De neerslaghoeveelheid (eerst 0.0 mm) verschijnt op het display. Om de waarden te simuleren, kunt u de wip bewegen (zendinterval
regensensor 45 seconden). Worden de buitenwaarden binnen 3 minuten niet ontvangen, blijft „- -" op het display staan. Test de bat-
terijen en begin opnieuw. Verwijder eventuele stoorbronnen.
D 2:
Grendels voor de trechter
D 4:
Waterpas
D 6:
Basis
D 8:
Batterijvak
63