7. BEDIENING VAN DE CONSOLE
Schakel de loopband in met de stroomonderbreker aan de achterkant door deze in de stand "ON" te zetten. Contro-
leer voordat je met de training begint of de beveiligingsclip is aangesloten en in de sleuf op de console zit.
LET OP: Ga altijd op de zijtreden staan voordat je met de training begint. Ga in het begin niet op het loop-
vlak staan.
SNELLE START:
Druk op de START-knop van de console om met je training te beginnen. Het scherm toont een countdown van 3
seconden voordat de training begint. De loopband begint met een snelheid van 1,0 km/u. Betreed het loopvlak alleen
wanneer deze snelheid volledig is bereikt.
Door op "SPEED+" of "SPEED-" te drukken, kun je de snelheid verhogen of verlagen. De maximale snelheid is 10
km/u. Je kunt ook de sneltoetsen (3/5/7) gebruiken om de loopband rechtstreeks op deze snelheid in te stellen. De
instelling van de snelheid wordt op het scherm weergegeven.
De waarde "TIME" geeft de reeds verstreken trainingstijd in minuten en seconden aan.
De waarde "DIST" geeft de afstand aan die al is afgelegd in km.
De waarde "CAL" geeft de huidige waarde van het calorieverbruik aan.
De waarde "PULSE" toont de huidige hartslag in BPM (slagen per minuut).
Gebruik de polssensoren in de handgrepen of de hartslagmeter. De weergave duurt ongeveer 4-5 seconden.
Druk tijdens de training op de STOP-knop op de console om de training op elk gewenst moment te stoppen of
verwijder de veiligheidsclip uit de console.
FUNCTIETOETSEN:
START:
Druk op deze knop om je training te beginnen.
STOP:
Druk op deze knop om de huidige training te beëindigen.
PROG (PROGRAMMA):
Druk op deze knop om een programmaselectie te maken (1-12).
102