Hold
Spanningsmeting, gelijkstroom en wisselstroom
(Zie fig 2)
Waarschuwing
Voer nooit een stroommeting uit in een circuit waar de spanning
tussen de klemmen en de aarding hoger is dan 250 V. Als de zeke-
ring tijdens het meten doorbrandt kan de Meter beschadigd worden
of kan de operator zelf gewond raken. Gebruik correcte klemmen,
functie en bereik voor de meting.
Als de testkabels aangesloten zijn op de stroomklemmen, mag u ze
niet parallel schakelen over om het even welke schakeling.
De meettijd voor stroom moet minder zijn dan 10 sec en de interval
tussen metingen moet minstens 15 minuten zijn.
Om stroom te meten moet u als volgt aansluiten:
1. Zet de stroom naar de schakeling uit. Zorg ervoor dat alle hoog
spanningscondensatoren ontladen zijn.
2. Steek de rode testkabel in de A of mA klem en de zwarte test-Zet
de draaischakelaar op een geschikte meetpositie in het A--bereik
voor gelijkstroom of A~ voor wisselstroom. Als de waarde onbe-
kend is, begin dan altijd vanaf het max bereik 20 A.
3. Zet de draaischakelaar op een geschikte meetpositie in het A--
bereik voor gelijkstroom of A~ voor wisselstroom. Als de waarde
onbekend is, begin dan altijd vanaf het max bereik 20 A.
4. Breek het stroompad dat getest moet worden af. Sluit de rode
testkabel aan op de meer positieve kant van de breuk en de
zwarte testkabel aan de meer negatieve kant van de breuk.
5. Zet de stroom naar de schakeling aan. De gemeten waarde
wordt op de display getoond.
Opmerking
• Als op de display verschijnt dat 1 geselecteerd bereik overladen
• AAN/UIT (ON/OFF) voor de hold-functie.
• H wordt op de display getoond als de waarde
op 'hold' staat.
54
5 0 0