6.
De stappen voor het instellen en aan- en uitzetten van wekker 2 zijn hetzelfde, maar hiervoor gebruikt u de AL2-
toets.
SLUIMERFUNCTIE EN DE WEKKER STOPZETTEN:
1.
Als het alarm afgaat op SNZ drukken om de sluimerfunctie te activeren. Het alarm stopt en gaat na (bijvoorbeeld)
9 minuten
weer af.
2.
Druk op een andere knop dan de SNZ om het alarm geheel uit te schakelen.
LCD 3 BINNENTEMPERATUUR:
Minimum waarde
Binnentemperatuur in °C
De binnentemperatuur wordt automatisch weergegeven op het derde gedeelte van het LCD-scherm.
WISSELEN TUSSEN EN RESETTEN VAN DE BINNENMETINGEN:
1.
Druk, om te wisselen tussen weergave van de huidige binnentemperatuur en de gemeten minimum- en
maximumwaarden en het tijdstip waarop deze gemeten werden, op de IN -toets:
Eenmaal om de minimumtemperatuur te tonen met tijd en datum waarop deze gemeten werd.
Tweemaal om de maximumtemperatuur te tonen met tijd en datum waarop deze gemeten werd.
Driemaal om terug te keren naar weergave van de huidige tijd, datum en temperatuur.
2.
Druk de IN-toets gedurende ongeveer 3 seconden in om de minimum en maximum temperatuurgegevens en het
tijdstip waarop deze gemeten werden, te wissen. Dit zal alle minimum- en maximumwaarden naar de huidige tijd,
datum en temperatuur instellen. De opgeslagen min/max temperaturen zijn die van de huidige tijd en worden niet
beïnvloed door de tijdzone-instelling.
LCD 4 BUITENTEMPERATUUR:
Het vierde gedeelte van het LCD-scherm toont de buitentemperatuur en een overdrachtssignaal. Als er meer dan één
temperatuursensor wordt gebruikt, wordt bij de temperatuur ook een nummer getoond.
Weergave maximum
Buitentemperatuur in °C
Nummer van de sensor (alleen bij
gebruik van meer dan één sensor)
WISSELEN TUSSEN EN RESETTEN VAN DE BUITENMETINGEN:
1.
Druk, om te wisselen tussen weergave van de huidige buitentemperatuur en de gemeten minimum - en
maximumwaarden en het tijdstip waarop deze gemeten werden, op de OUT -toets:
Eenmaal om de minimumtemperatuur te tonen met tijd en datum waarop deze gemeten werd.
Tweemaal om de maximumtemperatuur te tonen met tijd en datum waarop deze gemeten werd.
Driemaal om terug te keren naar weergave van de huidige tijd, datum en temperatuur.
2.
Druk de CH-toets om te wisselen tussen sensors:
Eenmaal om de gegevens van sensor 2 te tonen
Tweemaal om de gegevens van sensor 3 te tonen
Driemaal om opnieuw de gegevens van sensor 1 te tonen
Opm.: Het nummer van de sensor wordt alleen aangegeven als er meer dan één sensor wordt gevonden.
3.
Druk de OUT-toets gedurende ongeveer 3 seconden in om de minimum en maximum temperatuurgegevens en
het tijdstip waarop deze gemeten werden, te wissen. Dit zal alle minimum- en maximumwaarden naar de huidige
tijd, datum en temperatuur instellen. De opgeslagen min/max temp eraturen zijn die van de huidige tijd en worden
niet beïnvloed door de tijdzone-instelling.
Ontvangsticoon
buitensensor