OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstan-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
OPMERKING: Het eerste (meest linker) indicator-
lampje knippert wanneer het accubeveiligingssys-
teem in werking is getreden.
Bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel bevinden zich de hoofdscha-
kelaar, de functieschakelknop en de indicatoren van de
resterende acculading.
► Fig.18: 1. Accu-indicatorlampje
2. Functieschakellamp 3. Bedrijfslampje
4. Testknop 5. Functieschakelknop
6. Hoofdschakelaar
Hoofdschakelaar
WAARSCHUWING:
kelaar uit indien niet in gebruik.
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u op de
hoofdschakelaar. Het bedrijfslampje brandt groen. Om
het gereedschap uit te schakelen, drukt u nogmaals op
de hoofdschakelaar.
OPMERKING: Als het bedrijfslampje rood brandt, of
rood of groen knippert, raadpleegt u de instructies
voor het apparaat-/accubeveiligingssysteem.
OPMERKING: Dit gereedschap maakt gebruik van
de automatische uitschakelfunctie. Om onbedoeld
starten te voorkomen wordt de hoofdschakelaar auto-
matisch uitgeschakeld wanneer de schakelhendel
en de aandrijfhendel (indien aanwezig) niet worden
ingeknepen binnen een bepaalde tijdsduur nadat de
hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Functieschakelknop
U kunt de bedieningsfunctie veranderen door op de
functieschakelknop te drukken. Wanneer het gereed-
schap wordt ingeschakeld, start het gereedschap in
de normale functie. Als u op de functieschakelknop
drukt, schakelt het apparaat om naar de geluidsonder-
drukkingsfunctie en gaat de functieschakellamp groen
branden. In de geluidsonderdrukkingsfunctie kunt u
het geluidsniveau tijdens het grasmaaien verlagen. Als
u nogmaals op de functieschakelknop drukt, keert het
gereedschap terug naar de normale functie.
Zet altijd de hoofdscha-
De resterende acculading controleren
Druk op de testknop om de resterende acculadingen
te zien. De accu-indicatorlampjes geven per accu de
resterende acculading aan.
Toestand van accu-indicator
Aan
OPMERKING: De indicatorlampjes voor de reste-
rende acculading dienen slechts ter referentie. De
daadwerkelijke acculading kan verschillen afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden.
OPMERKING: Stop het apparaat voordat u op de
testknop drukt om de resterende acculadingen weer
te geven.
De trekkerschakelaar gebruiken
WAARSCHUWING:
brengt, controleert u eerst of de schakelhendel
goed werkt en bij loslaten automatisch naar de
oorspronkelijke stand terugkeert. Bediening van
het apparaat met een schakelaar die niet goed werkt
kan leiden tot ongecontroleerde bewegingen, met
kans op ernstig lichamelijk letsel.
OPMERKING: De grasmaaier start niet zonder dat u de
schakelknop indrukt, ook al trekt u de schakelhendel in.
OPMERKING: De grasmaaier start mogelijk niet vanwege
overbelasting wanneer u lang of dicht gras in één keer pro-
beert te maaien. Stel in dat geval de maaihoogte hoger in.
Deze grasmaaier is voorzien van een contactsleutel en
een handgreepschakelaar. Als er iets niet in orde is met
de contactsleutel of de schakelaar, stopt u onmiddellijk
het gebruik en laat u ze controleren bij uw dichtstbij-
zijnde erkende Makita-servicecentrum.
Voor DLM462/DLM532
1.
Breng de accu's aan. Plaats de contactsleutel en
sluit daarna het accudeksel.
2.
Selecteer de accu's die moeten worden gebruikt
door de accukeuzeschakelaar te draaien.
3.
Druk op de hoofdschakelaar.
4.
Trek de schakelhendel naar u toe terwijl u de
schakelknop ingedrukt houdt. Laat de schakelknop los
zodra de motor begint te draaien.
► Fig.19: 1. Schakelknop 2. Schakelhendel
69 NEDERLANDS
Resterende
acculading
Uit
50% tot 100%
20% tot 50%
0% tot 20%
Alvorens u de accu aan-