1. Het is aan te raden twee of drie kleinere doorgangen te
maken in plaats van één diepte doorgang. Begin met
het frees bit laag in de tafel en verhoog geleidelijk met
elke doorgang.
2. Rust het werkstuk op de voorste rand van de
beschermer en behoudt dit contact tijdens het voeden
van het werkstuk.
3. Maak de snede met het werkstuk tegen de geleider van
het frees bit.
4. Tegen het eind van de snede beweegt u het werkstuk
naar de achterzijde van de beschermer.
5. Voltooi de snede met het werkstuk in contact met de
achterste rand van de beschermer.
KOP EIND WERK
• Korte randen, voornamelijk kopeinden, zijn erg moeilijk
onder controle te houden tijdens het frezen en kunnen
vaak inscheuren. Dit kan voorkomen worden door het
gebruik van de gradenboog met een verlengde houten
paneel, als beschreven in 'Groeffrezen'.
• Bij kop eind werk met het gebruik van de gradenboog
kan de geleider bevestigd blijven (zie 'Kantfrezen'), of
met de beschermer op de freesplaat bevestigd (Fig.
34).
Fig.32
Het gebruik van een mal
Zie Fig. 35
• Gebruik de beschermer wanneer nodig in de tafel
positie. Wanneer de beschermer niet gebruikt kan
worden, ben voorzichtig met uw handpositie.
• Mallen zijn erg handig voor de afwerking van gebogen
en gevormde delen.
Fig.33
• Malfrezen worden gemaakt met het gebruik van een
verzonken frees bit met een top kogellager (als gebruikt
word voor laminaat trimmen)
• De geleider kan met dit werk niet gebruikt worden, dus
de beschermer hoort op de freesplaat gemonteerd te
worden
1. Zaag de grove vorm allereerst uit met gebruik van een
figuurzaag
2. Bevestig de mal met behulp van tape of iets dergelijks
op uw werkstuk
3. Stel de freeshoogte zo dat de kogellager langs de mal
loopt. Het werkstuk ziet er na voltooiing van de snede
gelijk als de mal uit
4. Voed tegen de rotatierichting in met beide handen op
het werkstuk en uit de buurt van het frees bit
Fig.35
Rand frezen / Kop eind werk
NL
35