ONDERHOUD
Werking
Ontkoppel de elektriciteitsvoorziening altijd voordat u de pomp, afvoer of stekker aanraakt wanneer er water aanwezig is. Als u dit
niet doet, kan er ernstig lichamelijk letsel en/of materiële schade ontstaan. Sluit de pomp altijd aan op een geaard stopcontact.
Raadpleeg de VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.
1.
De pomp wordt geleverd met een stekker met 3 pennen. De aardingspen dient om de pomp te aarden en eventuele elektrische
schokken te helpen voorkomen. Verwijder nooit de aardingspen uit de stekker.
2. We adviseren u een afzonderlijke groep te gebruiken. De vereiste stroomsterkte is 5 ampère bij 230 volt wisselspanning.
3. Zorg dat de elektrische aansluiting niet bereikbaar is voor stijgend water. De aansluiting mag zich nooit op een plaats bevinden
waar deze kan worden overstroomd of ondergedompeld in water.
4. Als het stopcontact is uitgerust met een stroomonderbreker met aardlekbeveiliging, dient deze te worden getest volgens de
instructies van de fabrikant van de stroomonderbreker.
5. Nadat u de elektrische aansluitingen hebt aangelegd, dient u de werking van het pompsysteem te testen volgens de instruc-
ties in het hoofdstuk 'Wer-king' van deze handleiding. Probeer de pomp niet zonder water te laten werken; dit beschadigt de
afdichtingen en lagers en kan de pomp permanent beschadigen.
Werking
Zorg dat u bekend bent met alle VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN in deze handleiding. In het regenseizoen dient u dagelijks te contr-
oleren of de pomp goed werkt. CONTROLEER BIJ harde wind of overmatige beweging van de zwembadafdekking of de pomp nog
rechtop staat en of de afvoerslang nog in de juiste positie is. Als u lange tijd afwezig bent, dient u te zorgen dat iemand anders de
pomp regelmatig inspecteert en nagaat of alles nog goed functioneert. Zorg dat u bekend bent met de VEILIGHEIDS-
VOORSCHRIFTEN en het gevaar van elektrische schokken!
Test de werking van de pomp door water naar de pomp te laten stromen totdat deze wordt geactiveerd. Probeer de pomp niet
zonder water te laten werken; dit kan permanente schade aan de pomp veroorzaken.
De pomp wordt geactiveerd door een geïntegreerde vlotterschakelaar. De pomp moet beginnen te werken wanneer het waterpeil
ongeveer 6,5 cm is en in bedrijf blijven tot het waterpeil ongeveer 2,5 cm is. OPMERKING: Als de temperatuur dicht bij het
vriespunt ligt, kan het waterpeil bij activering 10 cm bedragen en het waterpeil bij uitschakeling 5 cm.
Controleer of de pomp en schakelaar naar behoren functioneren. Controleer of het peil van activering en uitschakeling binnen de
specificaties valt. Controleer of de afvoerslang de juiste positie heeft, zodat het afgevoerde water niet kan terugstromen naar de
zwembadafdekking.
ONDERHOUD
Wees voorzichtig als u onderhoud moet plegen. Er kan veel water aanwezig zijn op de pomp en in de omgeving van de pomp. U
mag de stekker van het apparaat nooit in het stopcontact steken of uit het stopcontact halen terwijl het apparaat op een nat of
vochtig oppervlak staat. Schakel zo nodig de elektriciteitsvoorziening bij het schakelbord uit of laat dit door een gecertificeerde
elektricien doen voordat u onderhoud pleegt. Als u niet de juiste procedures volgt, kunt u een ernstige of dodelijke elektrische
schok krijgen. Ontkoppel de elektriciteitsvoorziening in de groepenkast door de betreffende stroomonderbreker om te zetten of de
zekering te verwijderen. Als er schroefzekeringen worden gebruikt, dient u deze met één hand te verwijderen terwijl u niets aan-
raakt met uw andere hand en bovenlichaam. Ga niet in water staan en raak geen andere geleidende oppervlakken aan.
IJs en vrieskou kunnen onnodige slijtage van de pomp veroorzaken. In deze omstandigheden adviseren we u de pomp te verwij-
deren van de zwembadafdekking. Dit is echter niet verplicht. Als u de pomp in deze omstandigheden laat staan, dient u te waarbor-
gen dat het netsnoer aangesloten blijft op een elektriciteitsbron van 230 volt wisselspanning. Laat het apparaat niet bevriezen.
Bevriezen kan barsten of vervorming veroorzaken, waardoor de pomp kapot kan gaan.
Voordat u onderhoud aan de pomp pleegt, moet u de pomp loskoppelen van de elektriciteitsvoorziening, de stekker uit het stop-
contact halen, de zekering verwijderen of de stroomonderbreker uitschakelen.
De motorbehuizing van de pomp is volledig omsloten en heeft geen onderhoud nodig. Als u de motorbehuizing demonteert of het
netsnoer aanpast, vervalt de garantie volledig.
De motor is berekend op continubedrijf, is uitgerust met een thermische beveiliging die automatisch wordt gereset en kan onver-
wachts opstarten. Als de beveiliging wordt geactiveerd, betekent dit dat de motor overbelast/oververhit is. Dit kan het gevolg zijn
van toepassingsproblemen, zoals een verstopte pompwaaier, vastlopen van de schakelaar in de AAN-stand, drooglopen van de
pomp, lucht in de pomp, te snel in- en uitschakelen van de pomp, een te hoge of lage voedingsspanning of het feit dat de pomp,
motor, lagers of afdichting het einde van hun nuttige levensduur hebben bereikt.
36