•
Maak het koffiedikbakje (A11) leeg en zorgvuldig schoon
en verwijder alle eventuele resten op de bodem: het
kwastje (C5) heeft een spateltje dat geschikt is voor deze
handeling.
•
Controleer het condensbakje (A10) (rood), maak het leeg
als het vol is.
Let op!
Als het drupbakje wordt verwijderd, is het verplicht om altijd
ook het koffiedikbakje leeg te maken, ook als het nog niet vol is.
Gebeurt dit niet, dan kan het gebeuren dat het koffiedikbakje,
bij het zetten van verdere kopjes koffie, voller wordt dan voor-
zien en het apparaat verstopt raakt.
16.4 Reiniging van het drupbakje en het
condensbakje
Let op!
Het drupbakje (A15) is voorzien van een (rode) drijvende indica-
tor (A13) van het waterpeil in het bakje (afb. 22).
Voordat deze indicator uit het kopjesblad (A12) naar buiten be-
gint te steken, moet het bakje geledigd en gereinigd worden,
anders kan het water over de rand stromen en het apparaat,
het vlak onder de machine of de omringende zone beschadigd
worden.
Voor de verwijdering van het drupbakje:
1. Verwijder het drupbakje en het koffiedikbakje (A11) (afb.
21);
2. Verwijder het kopjesblad (A12), het rooster van het (A14),
en maak het drupbakje en het koffiedikbakje leeg; was alle
onderdelen;
3. Controleer het rode condensbakje (A10) en maak het leeg
als het vol is;
4. Plaats het drupbakje, compleet met het rooster en het kof-
fiedikbakje terug in de machine.
22
14
16.5 Reiniging van de binnenkant van de
machine
Gevaar voor elektrische schok!
Voordat de handelingen voor de reiniging van de binnenkant
worden uitgevoerd, moet de machine worden uitgeschakeld
(zie hoofdstuk "5. Het apparaat uitschakelen") en losgekoppeld
van het elektriciteitsnet. Dompel het apparaat nooit onder in
water.
1. Controleer regelmatig (ongeveer eenmaal per maand) of
de binnenkant van het apparaat (alleen toegankelijk nadat
het drupbakje (A15) verwijderd is) vuil is. Verwijder, indien
nodig, de koffieresten met de kwast (C5) en een spons;
2. Zuig alle resten op met een stofzuiger (afb. 23).
16.6 Reiniging van het waterreservoir
1. Reinig regelmatig (ongeveer eenmaal per maand) en bij
elke vervanging van het verzachtingsfilter (C4) het water-
reservoir (A17) met een vochtige doek en een beetje mild
reinigingsmiddel;
2. Verwijder het filter (C4) en spoel het af onder stromend
water;
3. Plaats het filter terug (indien aanwezig), vul het reservoir
met vers water en plaats het reservoir terug;
4. Laat 100ml water afgeven.
16.7 Reiniging van de tuitjes van de koffieuitloop
1. Reinig de tuitjes van de koffieuitloop (A9) regelmatig met
een spons of een doek (afb. 24A);
23