46
50
49
2. Stel de regeldruk in met de drukre-
gelaar (49). De actuele regeldruk
wordt weergegeven op de regel-
druk-manometer (46).
A
Opgelet!
De ingestelde regeldruk mag de maxi-
male bedrijfsdruk van het aangesloten
persluchtgereedschap niet overschrij-
den!
3. Sluit de persluchtslang aan op de
persluchtaansluiting (50).
4. Sluit het persluchtgereedschap aan.
Nu kunt u met het persluchtgereed-
schap werken.
5. Schakel het apparaat uit (47), wan-
neer u niet onmiddellijk wenst ver-
der te werken. Trek vervolgens ook
de netstekker uit het stopcontact.
6. Tap het condensatiewater dagelijks
af uit het drukvat (51).
51
5.
Onderhoud en verzor-
ging
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamheden aan
het apparaat begint:
– zet u het apparaat uit.
– trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
– wacht u tot het apparaat stilstaat.
– controleert u of het apparaat en het
47
gebruikte persluchtgereedschap en
accessoires niet meer onder druk
staan.
– Laat het apparaat en allge gebruikte
persluchtwerktuigen en accessoi-
res afkoelen.
Na beëindiging van alle werkzaam-
heden aan het apparaat:
– schakelt u alle veiligheidsvoorzie-
ningen weer in en controleert u de
werking ervan.
48
– controleert u of alle gereedschap of
dergelijke van of uit de machine ver-
wijderd is.
Verdergaande onderhouds- of repa-
ratiewerkzaamheden dan die welke
in dit hoofdstuk staan beschreven,
mogen uitsluitend door geschoold
personeel worden uitgevoerd.
5.1
Belangrijke informatie
Onderhoudswerkzaamheden en tests
moeten gepland en uitgevoerd worden
in overeenstemming met de wettelijke
voorschriften m.b.t. de plaatsing en het
gebruik van het apparaat.
Controle-autoriteiten kunnen de desbe-
treffende documentatie opvragen.
5.2
Regelmatig onderhoud
Voordat u de machine inschakelt
•
Controleer de persluchtslangen op
beschadigingen, en vervang ze in-
dien nodig.
•
Controleer of de schroefverbindin-
gen vast zitten en draai ze vast in-
dien nodig.
Controleer het aansluitsnoer op be-
•
schadigingen, en laat het door een
elektromonteur vervangen indien
nodig.
Na elke periode van 50 werkuren
•
Controleer de luchtfilter aan de
compressor en reinig deze indien
nodig.
•
Controleer het oliepeil van de com-
pressor met de oliepeilstok (52) en
vul indien nodig olie bij.
NEDERLANDS
52
Na elke periode van 250 werkuren
•
Vervang de luchtfilter van de com-
pressor.
Na elke periode van 500 werkuren
•
Tap de olie af en ververs deze.
Na 1000 werkuren
•
Laat een inspectie uitvoeren in een
vakbedrijf. Daardoor wordt de le-
vensduur van de compressor aan-
zienlijk verhoogd.
5.3
Machine opbergen
1. Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
2. Ontlucht het drukvat en alle aange-
sloten persluchtgereedschap.
3. Tap het condensatiewater uit het
drukvat af.
4. Berg de machine steeds op, waar
onbevoegden het niet kunnen aan-
zetten.
A
Attentie!
Bewaar of transporteer de machine niet
in de open lucht of in een vochtige om-
geving.
Leg de machine voor opberging of voor
transport niet op een zijde.
6.
Problemen en storingen
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamheden aan
het apparaat begint:
– zet u het apparaat uit.
– trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
35