FIJNE HORIZONTALE LIJN
De lijnen die op het scherm verschijnen, zijn demperdraden. Zie
pagina 15 voor meer informatie over demperdraden.
BEELDVERVORMING
Wanneer het beeld op het scherm is vervormd, moet u de
beeldgeometrie proberen te regelen. Beweeg de regeltoets , om
meteen naar het GEOMETRIE menu te gaan.
ONSCHERP
Het beeld kan onscherp lijken wanneer de rode en blauwe
kleursignalen niet goed samenvallen, waardoor er rode of blauwe
schaduwen zichtbaar zijn rond letters en lijnen. Probeer die
schaduwen dan te verwijderen door de beeldconvergentie te
regelen. Beweeg de regeltoets , om meteen naar het
CONVERGENTIE menu te gaan. Wanneer het
CONVERGENTIE menu verschijnt, worden contrast, helderheid
en moiré automatisch teruggesteld voor alle ingangssignalen.
VERKLEURING
Wanneer de beeldkleuren op sommige plaatsen op het scherm
abnormaal zijn, moet u eerst controleren of er geen signaalkabels
loszitten. Probeer vervolgens het scherm handmatig te
demagnetiseren. Beweeg de regeltoets , om meteen naar het
OPTIES menu te gaan en kies vervolgens
14
Instellingen terugstellen
Deze monitor beschikt over drie terugstelmogelijkheden. Stel
terug met behulp van de RESET toets.
Eén enkele instelling terugstellen
Kies de instelling die u wilt terugstellen met de regeltoets en druk
op de RESET toets.
Alle instelgegevens voor het huidige
ingangssignaal terugstellen
Druk op de RESET toets wanneer er geen menu op het scherm
staat.
Merk op dat de volgende zaken niet op deze manier worden
teruggesteld:
• schermmenutaal (pagina 8)
• schermmenupositie (pagina 12)
(DEGAUSS).
• bedieningsvergrendeling (pagina 13)
Alle instelgegevens voor alle ingangssignalen
terugstellen
Hou de RESET toets langer dan twee seconden ingedrukt.
Opmerking
De RESET toets werkt niet wanneer
staat.
RESET
(TOETSEN SLOT) op AAN